- 28 augustus 1958 - De VOORZITTER deelt mede in de commissie voor de school- artsendienst dezelfde vraag te hebben gesteld als thans in de raad is gerezen. Raar de indruk van de schoolarts gaat het de goede kant op. In verband met de kwestieuze gevallen is het moeilijk precieze cijfers te gevenmaar in het al gemeen is er reden tot tevredenheid. Hierop wordt de nota voor kennisgeving aangenomen. b. Verzoeken van het bestuur der Vereniging "Een School met den Bijbel" te Soest om medewerking ingevolge art. 72 L.-o.wet ten behoeve van de Groen van Prinsterer- school tots 1. het vergroten van de rijwielbewaarplaatsj 2. aanschaffing van enig tuingereedschap met voorstel deze stukken in handen te stellen van burgemeester en wethouders om preadvies. c. Verzoek van C.J.B/1.v.Rijthoven inzake toepassing van art. 13 l.-o.wet ten behoeve van het vervoer van zijn zoontje naar een b.l.o-school te Amersfoort, met voorstel dit verzoek in handen te stellen van burgemeester en wethou ders om preadvies. d. Schrijven van de heer T.Rietveld d.d. 30 juni 1958 met voorstel dit voor kennisgeving aan te nemen. e. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Verifi catie en Financiële Adviezen der Vereniging van Neder landse Gemeenten met voorstel deze voor kennisgeving aan te nemen. Ten aanzien van de stukken b tot en met e wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent is voorgesteld. 123. Voorstel tot wijziging van de verordening betreffende de organisatie en het beheer van de gemeentelijke brandweer (1-1203-6325). De heer VAN WELY merkt op, dat een brandweerman, wan neer de medische keuring in januari plaats heeft en geen gunstige uitslag heeft gehad, nog tot 1 januari van het volgende jaar in dienst kan blijven. Hij acht dit niet in - het belang van de betrokkene, noch van de gemeente, liever zou hij bepaald zien, dat iemand bij een ongunstige uit slag van het onderzoek aftreedt op de eerste van de maand volgende op die waarin het onderzoek heeft plaats gehad. De heer PIEREN vestigt er de aandacht op, dat de eer ste brief van gedeputeerde staten in mei 1956 is geschre ven, terwijl de zaak eerst, na een herinnering in december 1957op 28 augustus 1958 in de raad aan de orde komt. Spreker vraagt waarom het zo lang heeft geduurd. De VOORZITTER deelt in antwoord aan de heer Pieren mede, dat het nogal lang heeft geduurd voor de antwoorden van de beide brandweerverenigingen zijn ingekomen. Voorts heeft ondershands contact met de griffie plaats gehad, waarbij is afgesproken, dat er geen haast behoefde te worden gemaakt en dat het om bepaalde redenen misschien juist zou zijn, er even mede te wachten. De bepaling dat iemand bij ongunstige uitslag van het onderzoek op 1 januari van het volgende jaar aftreedt, bestaat aldus in praktisch alle gemeenten. Er is voor het standpunt van de heer van Wely misschien iets te zeggen, maar anderzijds is het ook hard, wanneer iemand, na tien, twintig, of dertig jaar bij de brandweer te zijn geweest, bij ongunstige uitslag van de keuring hals over kop moet verdwijnen. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 132