- 28 augustus 1958 - de gemeente verplicht het gevorderde weer op te leveren in de staat waarin deze het heeft aanvaard. Wanneer zij een huis vor dert;, heeft de eigenaar er niets meer over te zeggen, maar doet zij wat zij noodzakelijk acht. Dientengevolge is het huis zeer zwaar bewoond geweest, waardoor het risico van brand groter werd. De gemeente moge wettelijk het recht aan haar zijde heb ben, moreel is zij verplicht ervoor te zorgen, dat iemand door vordering geen schade lijdt. Spreker gaat met het voorstel ak koord, maar hoopt dat ook het college er van overtuigd zal zijn, dat wat de man door de vordering is aangedaan voor hem geen schade mag meebrengen. De VOORZITTER wijst er op, dat wanneer de raad besluit tot het voeren van verweer, daarin ligt opgesloten, dat de heer Vroege naar het oordeel van de raad het recht niet aan zijn zij de heeft. Wanneer de heer Hilhorst meent, dat dit wel het ge val is, maar toch met het voorstel akkoord gaat, ziet spreker daarin een tegenstrijdigheid. De heer Hilhorst heeft opgemerkt, dat het gevorderde in dezelfde staat weer moet worden opgeleverd, waarin het is aan vaard, terwijl de eigenaar er tijdens de vordering niets over te zeggen heeft. Wat dit betreft is vordering gelijk te stellen met huur en verhuur. De gemeente is alleen aansprakelijk voor schade die aan haar schuld of aan schuld van de bewoners is te wijten. Het pand is afgebrand. Wanneer iemand een huis verhuurt, verzekert hij het tegen brand, omdat de huurder voor door brand veroorzaakte schade niet aansprakelijk is. Ware het anders, dan zou de huurder het huis tegen brand moeten verzekeren. De heer HILHORST zegt blij te zijn, dat hij zijn opmerking heeft gemaakt. Hij wijst er op, dat een huurder zonder toestem ming van de eigenaar geen gezin kan innemen, maar dat, wanneer een huis is gevorderd, de gemeente het geheel naar goeddunken kan laten gebruiken en er een paar gezinnen in kan onderbrengen. Bij zulk een gebruik stelt de verzekeraar andere eisen aan de eigenaar dan wanneer hij naar eigen inzicht handelt. Al is het recht misschien juridisch aan de kant van de gemeente, zij heeft toch rekening te houden met de billijkheid. De VOORZITTER zegt nooit te hebben gehoord, dat de verzeke ringspremie werd afgestemd op de kwaliteit van de bewoners. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 14-0. Voorstel tot verlenging van de ontruimingstermijnen van een aantal onbewoonbaarverklaarde woningen (1-1213). Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 141. Voorstel inzake het verzoek van een ingezetene om vergoeding van kosten van onderv/ijs (1-1214). De heer VAN WE1Y is in de onderwijscommissie met het voor stel akkoord gegaan in verband met de belofte van de wethouder dat met de vader nader overleg zou worden gepleegd. Spreker vraagt of dit in het antwoord aan de vader kan worden vastge legd. De heer CLEMENS is van oordeel, dat de door de wethouder in de commissie gedane toezegging de heer van Wely voldoende moest zijn. De wethouder DE HAAN is dezelfde mening toegedaan, maar heeft er geen bezwaar tegen zijn toezegging in het openbaar te herhalen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. - 142. -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 138