- 9 oktober 1958 -
89.
gevaar gaat opleveren. Wat is er voor bezwaar tegen bij
voorstellen tot verlenging van de ontruimingstermijn de
raad een rapportje van gemeentewerken over te leggen, waarin
staat dat deze verlenging niet onverantwoord is?
De VOORZITTER zegt, dat daar op zichzelf geen bezwaar
tegen is. Het betekent echter vermeerdering van werk. Spre
ker vraagt zich af, of het niet te perfectionistisch is om
bij iedere verlenging ven de ontruimingstermijn het advies
van de directeur van gemeentewerken te vragen. Er zijn wo
ningen, waarvan iedereen, die het huis kent, weet dat het
geen gevaar oplevert.
De heer HILHORSTs Voor die woningen vragen wij het
niet; wij vragen het voor woningen, waarbij wèl gevaar aan
wezig is.
De VOORZITTER? Dan zijn wij het eens. Wanneer er bij
voorbeeld een voorstel wordt gedaan tot verlenging van de
ontruimingstermijn voor zeven woningen, dan behoeven daar
dus niet zeven verklaringen van de directeur van gemeente
werken bij te zijn. Er zal kritisch worden bekeken, voor
welke woningen het van belang is het advies van de direc
teur van gemeentewerken te vragen.
De heer ELBKRTSE verzoekt het college, bij voorstel
len tot verlenging van de ontruimingstermijn van onbewoon
baar verklaarde woningen te vermelden, wanneer de woningen
onbewoonbaar zijn verklaard.
De VOORZITTER zegt dit toe.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
168. Voorstel tot vaststelling van de gemeentelijke vergoedin
gen op grond vang
a. artikel 103, lid 2, der Lager-onderwijswet 1920 over het
jaar 1957 (1-1239);
b. artikel 35, lid 2 van het besluit B.L.0. 1949 over het
jaar 1957 (1-1240).
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
169. Voorstel inzake de toepassing van art.13 van de Lager-on-
derwijswet 1920 (1-1241).
De heer PIEREN verzoekt wethouder De Haan de aanvrage
van de ouders, wier kind de lagere technische school te
Utrecht bezoekt, nog even nader onder de loep te nemen.
De wethouder K. DE HAAN deelt mede, dat het wettelijk
niet mogelijk is voor leerlingen van het lager technisch
onderwijs uit de gemeentekas een vergoeding krachtens ar
tikel 13 van de Lager-onderwijswet te geven. De desbetref
fende ouders moeten zich wenden tot het schoolhoofd. De
door de ouders op een speciaal formulier verstrekte gege
vens worden dan door de gemeentelijke dienst voor sociale
zaken geverifieerd. Daarna wordt door het hoofd der school
aan de hand van rijksnormen - die overigens hoger liggen
dan de normen die de gemeente ten aanzien van artikel 13
der Lager-onderwijswet toepast - nagegaan, of de betrok
kenen in aanmerking komen voor een vergoeding, welke zich
niet beperkt tot een vergoeding voor het reisgeld.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
- 170. -