9. -11 februari 1958 - zelf niet. Het verzanden van de Eemmond is sterk toegenomen na de afsluiting van de Zuiderzee. Eventueel zou hier een aanspra kelijkheid van het rijk zijn te construeren. Wanneer de gemeen te Soest zich op het standpunt stelt wel belang te hebben bij de Eern als water, maar niet bij de bevaarbaarheid van de Eem kan zij rustig uit deze regeling treden. Indertijd was de ge meente van oordeel, dat dit langs burgerrechtelijke weg moge lijk wasZij heeft dit lang gemotiveerd volgehouden. Waar de consekwentie van dit volhouden zou zijn een civielrechtelijke procedure van de provincie tegen de gemeente, heeft het colle ge gemeend van te voren nog eens een zeer goed juridisch ad vies over de gehele kwestie te moeten laten uitbrengen. Dit advies heeft B&W tot het inzicht gebracht, dat hetgeen zij wil len langs civielrechtelijke weg niet mogelijk is, maar dat het langs publiekrechtelijke weg tot stand gebracht moet worden. Het college blijft het onbillijk vinden, dat Soest een zo groot deel van de kosten voor de bevaarbaarheid van de Eem moet bijdragen. Of Soest er uiteindelijk zonder een bijdrage dan wel met een kleinere bijdrage afkomt, zal aan de Kroon moeten worden overgelaten. De overeenkomst bestaat nog. De gemeente zal de daaruit voortvloeiende verplichtingen moeten voldoen tot het moment, dat volgens de beslissing van de Kroon de overeenkomst gewij zigd of ontbonden is. Wanneer de gemeente nu niet betaalt, heeft zij het gehele juridische advies voor niets ingewonnen, want dan laat men het toch op een proces aankomen. Het advies laat duidelijk uitkomen, dat de gemeente dan behalve de pro ceskosten ook nog de bijdrage moet betalen. De heer ORANJE zegt, dat uit het antwoord van de voor zitter blijkt, dat de conclusie van B&W en die van hem zeer dicht bij elkander liggen. Uit het voorstel kon hij dit echter niet afleiden. Hij had verder uit het voorstel gelezen, dat het college als het ware bij de Kroon in hoger beroep zou gaan tegen de beslissing van Gedeputeerde Staten. Het blijkt even wel, dat het college van de Kroon een nieuwe regeling wil uit lokken. Het antwoord van de voorzitter is duidelijker dan de voordracht Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot naamgeving van de weg langs de St. Theresiaschool (1-1120) De VOORZITTER herinnert er aan, dat over dit voorstel in de vorige gewone raadsvergadering uitgebreid is gediscussieerd. Hij heeft de stemming over dit voorstel toen aangehouden, omdat z.i. de sfeer niet zodanig was, dat daar een behoorlijke stem ming uit naar voren zou komen. Spreker stelt voor de draad weer op te pakken, waar men hem in de vorige raadsvergadering heeft afgebroken en tot stemming over te gaan, tenzij iemand het woord vraagt. Mevrouw LANDWEER-de Visser wil toch nog een enkele opmer king maken. Naar aanleiding van het voorstel van het college om de straat, waaraan de nieuwe StTheresiaschool gelegen is, de naam St. Theresiastraat te geven, kan zij niet nalaten te zeggen, dat dit voor haar een teleurstelling is. Toen mevrouw Pol et in de vorige vergadering een andere naam voorstelde, heeft de burgemeester volgens de notulen van die vergadering gezegds "Het is moeilijk vanavond te beslissen over een andere - naam-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 18