9 oktober 1958 - 97. v/eest tot het schrijven van genoemde brief. Men heeft zich te laat gerealiseerd, dat de fatale datum dicht bij kwam. Overigens had deze raadsvergadering toch niet eerder kunnen worden gehouden, want de adviezen over het desbetreffende voorstel zijn pas het laatste moment binnengekomen. De ver gadering had echter wel eerder kunnen worden aangekondigd. Rondvraag. Mevrouw POüET-Musler heeft naar aanleiding van publi- katies in de landelijke pers over het teruglopen van het melkverbruik door het Nederlandse volk y.kracht enige cij fers te verkrijgen over de situatie in deze te Soest. Het is haar gebleken, dat in een bepaalde periode van 1957 het melkverbruik in de wijk 't Hart met praktisch 5500 liter is verminderd in vergelijking met dezelfde periode in 1956. Daar zij niet weet, hoeveel huizen er in deze wijk zijn en welke bezetting de huizen hebben, kan zij hieruit geen con clusies trekken. Zij verzoekt het college, dat over meer gegevens beschikt, dit probleem eens te bestuderen. Het melk gebruik is speciaal voor het kind zeer belangrijk. Wanneer in de kinderrijke gedeelten der gemeente het melkverbruik is teruggelopenzullen in verband daarmede wellicht maat regelen getroffen moeten worden. De wethouder K. DE HAAN zegt, dat het college over dit probleem reeds bezig is gegevens te verzamelen in verband met eventuele schoofmelkverstrekking. De zaak is nog niet geheel rond. Ter afronding van het geheel zullen wellicht naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Polet nog iets meer gegevens kunnen worden verzameld, bij voorbeeld bij de melkverstrekkende industrieën. Over deze kwestie zal men on getwijfeld binnen redelijke termijn meer horen. De heer VAN AMDEL vraagt, hoe het staat met de voor uitzichten ten aanzien van het fietspad tegenover Semland. De wethouder VAN ZADEIHOFF zegt, dat in augustus een oplossing in zicht leek te zijn. Tot tweemaal toe heeft een der familieleden echter bezwaren geopperd. Daardoor is de zaak thans eigenlijk op een dood spoor gekomen. De heer VAN ANDE1? Wij krijgen dus na de ruïne in Soes- terberg, een tweede ruine te Soestdijk. De heer GRIFT vraagt, of het B&W bekend is, dat de streekwerkplaats van de C.A.W.A. te klein is om alle minder validen op te vangen. Is het B&W voorts bekend, dat een deel van het militaire hospitaal door de C.A.W.A, gehuurd is? Wanneer het antwoord op deze vragen bevestigend moet luiden, wil het college dan stappen doen om de Soester werkplaats heropend te krijgen als dependance van de werkplaats te Amersfoort? Dit zou in verband met de vervoerskosten van de Soester tewerkgestelden een aanmerkelijke besparing beteke nen. Bovendien zijn er te Soest arbeiders die niet kunnen worden geplaatst wegens ruimtegebrek in de Amersfoortse werk plaats. De wethouder Iv. DE HAAN beantwooitt de eerste vraag van de heer Grift bevestigend. Met 170 tewerkgestelden heeft de Amersfoortse werkplaats haar maximum bereikt. Het is het college niet bekend, dat een gedeelte van het militaire hospitaal gehuurd is. Ook bij informatie is het college daarvan niets gebleken. Dit wil niet zeggen, dat men daar niet mede bezig is, maar iets definitiefs is B&W er niet over bekend. Het ondernemen van stappen door de gemeente -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 194