-11 februari 1958
naamhet is beter daar dan even over te denken"Toen de
voorzitter dit punt in de vorige vergadering aanhield, had
spreekster de stille hoop, dat het college zou ingaan op
de suggestie van mevrouw Poiet om de straat te noemen naar
een rooms-katholiek geleerde op onderwijsgebied. Helaas
heeft dit niet zo mogen zijn. Als enig. argument, waarom
men zulks niet heeft gedaan, wordt naar voren gebracht het
betoog van de burgemeester in de laatste vergadering. Het
is voor spreekster enigszins pijnlijk over dit betoog te
spreken, omdat het kwam van een protestantse burgemeester.
Daarom zweeg zij over dit betoog tijdens de vorige verga
dering, hetgeen de heer Van Zadelhoff haar toen kwalijk
nam. Zij weet heel goed, dat een burgemeester boven de
partijen moet staan, Maar waar dit een principiële zaak is,
voor enkele raadsleden zelfs een gewetenszaak, kan het niet
anders, of spreekster moet dit keer toch een korte opmer
king maken. Zij weet, dat een raadsvergadering geen plaats
is voor theologische debatten, maar wanneer de voorzitter
in zijn betoog enkel zo heel eenvoudig zegt? Ja, de rooms-
katholieke kerk heeft nu eenmaal haar heiligverklaringen
en de protestanten kennen die niet, dan is dit voor spreek
ster geen steekhoudend argument. Het gaat er om, waarom de
protestanten die niet kennen. De voorzitter zal toch zeker
ook wel weten, dat de afschaffing van de heiligverklarin
gen, zoals deze in de rooms-katholieke kerk plaatsvinden,
zuiver de konsekwentie is van de reformatie. Kan het dan
anders - aldus spreekster dat wij als calvinisten daar
tegen stelling nemen als het gaat om een naamgeving van
een openbare straat? Volgens haar wordt daardoor tekort
gedaan aan de almacht van God. Daarom kan zij onmogelijk
haar stem geven aan dit voorstel.
De heer VAN ANDEL merkt op, dat voor de motivering van
het opnieuw, ongewijzigd, ter tafel brengen van dit voor
stel uitsluitend wordt verwezen naar hetgeen in een vorige
vergadering ter verdediging daarvan is gezegd. Volgens
bladzijde 164 van de notulen heeft de voorzitter toen toe
gegeven, "dat er natuurlijk wel een andere naam was te
vinden". Aan het slot van zijn betoog zegt de voorzitters
dans
"Het is moeilijk vanavond te beslissen over een andere
naam; het is beter daar dan even over na te denken. Het
gaat vanavond dan ook over: StTheresiastraat of zich
nader te beraden over een andere naam en nu geen besluit
te nemen."
Het gaat er hier om, aan een straat een naam te geven,
slechts een voornaam, met de daarvoor geplaatste toevoe
ging s Sint, Dat het hier werkelijk uitsluitend begonnen
is om de toevoeging "Sint" wordt bewezen door het betoog
van de heer Van Zadelhoff, waarin deze zich permitteerde
te zeggen (bladzijde 167 van de notulen)"Theresiastraat
zegt niets, dat is op z'n Hollands gezegds"Flauwekul"
Het gaat hier dus om een uitgesproken rooms-katholiek
principe, namelijk de heiligverklaring van overledenen
door het hoofd van de rooms-katholieke kerk.
De naamgeving van de school zelf is een zaak van in
tern katholiek beleid. Dit wordt door spreker en anderen
gerespecteerd, zoals blijkt uit het feit, dat bij de ope-
- ning -