- 19 november 1958
115.
De VOORZITTER is zeer blij met de opmerkingen van de
heer Brouwer. Men is de afgelopen weken herhaaldelijk
opgeschrikt door ongelukken in de gemeente met een tragische
afloop. Deze ongelukken zijn alle, op één uitzondering na,
geschied op een weg waarop verder geen verkeer was 5 er
waren geen getuigen. Het ongeluk waarop de heer Brouwer
doelt, is geschied op een weg die in beheer is bij de ge
meente. Uit dien hoofde trekt het gemeentebestuur zich dit
ongeluk nog meer aan, dan de ongelukken die gebeuren op de
bij het rijk in beheer zijnde wegen, waarvoor het rijk dus
de verantwoordelijkheid draagt.
Het ooilege heeft zich beraden over de maatregelen,
die ten aanzien van de desbetreffende bocht gewenst zijn.
Het betreft hier een gevaarlijke bocht. De bocht wordt als
zodanig ook aangegeven door het officiële bord daarvoor.
Dit bord staat ver genoeg van de bocht om iemand die te
snel rijdt, gelegenheid te geven vaart te minderen voordat
hij de bocht bereikt. De bocht zelf is behoorlijk aangege
ven door middel van paaltjes met reflecterend materiaal.
De indruk van B&W isdat een van de oorzaken van de
ongelukken in deze bocht - er gebeuren daar namelijk meer
ongelukken, al is het onlangs plaats gevonden ongeval het
eerste met dodelijke afloop - is gelegen in het feit, dat
de automobilist denkt 1 Ik rijd op een mooie weg; dat waar
schuwingsteken zal er wel voor alle zekerheid zijn neerge
zet; het zal met dat gevaar wel loslopen. Door bij bochten
als deze een extra waarschuwing te plaatsen - hetgeen blijk
baar door een particulier is geschied - ontneemt men echter
kracht aan het officiële waarschuwingsbord voor een gevaar
lijke bocht. Wanneer dan ergens de officiële aanduiding
zonder meer staat, denkt de automobilist,0 Dit is niet zo'n
gevaarlijke bocht, want er staat verder niets bij. Het is
noodzakelijk, dat de automobilisten zich bij het officiële
bord realiseren met een gevaarlijke booht te doen te hebben.
Een bezwaar bij deze bocht is, dat men bij het ingaan
der bocht niet weet, hoe zij precies draait. Men verwacht
in een zo mooie weg niet een dergelijk scherpe bocht. In
het buitenland kent men borden, waarop de kromming van de
weg staat aangegeven. Deze borden heeft men in Nederlahd.
echter niet.
Het waarschuwingsbord kan worden verlicht» Dit is niet
apart bekeken. Dit zou overigens niet een aparte waar
schuwing zijn, maar het zou de automobilist wel kunnen
doen denken; Hier is wat aan de hand, want anders zou het
bord niet verlicht zijn.
Wellicht is het voorts mogelijk de kantstroken iets
te verhogen. Op het ogenblik vindt een in de bocht slip
pende automobilist geen steun tegen de kantstrook. Daar
door kan hij zijn auto niet in zijn macht houden.
Het weghalen der bomen acht spreker niet verstandig.
Er loopt een voetpad langs de weg. Er zouden dan ongeluk
ken met voetgangers kunnen gebeuren.
Spreker gelooft niet, dat verlichting van de bocht zin
heeft, Daarvoor is zij te onoverzichtelijk. De automobilist
die de bocht inrijdt zou, ook wanneer deze verlicht is,
niet kunnen zien, hoe ze loopt.
Het college heeft er nog over gedacht de afscheiding
- te -