- 19 november 1958 - 116. te verduidelijken, maar de paaltjes reflecteren goed. Ook het waarschuwingsbord reflecteert. Misschien kan het iets lager worden geplaatst. Zo kan men als leek allerlei suggesties doen. Het college heeft het echter verstandiger geacht om - zoals ook de heer Brouwer reeds suggereert - over deze bocht het advies in te winnen van de A.N.W.B. Spreker betreurt het, dat hier en daar in de pers op eigenlijk onverantwoorde wijze is geschreven, dat de bocht op zodanig slechte wijze is voorzien van waarschu wingstekens, dat daardoor als het ware ongelukken wor den uitgelokt. Het betreft hier inderdaad een gevaarlijke bocht. Zij is echter behoorlijk bebakend. Gezien het laatste, ernstige ongeluk, wil het college voor de uiterste bebakening zorgen. Zijn er dan toch nog auto mobilisten die onverantwoord rijden, dan is daar niets aan te doen. Het te hard door deze bocht rijden is overigens niet alleen voor de automobilist zelf gevaarlijk. Yoorbij de bocht is de bushalte bij Zonnegloren, waar de mensen wel op de weg staan. Wanneer er dan met grote vaart -een auto uit de bocht komt, kan dit zeer ernstige ongelukken met zich brengen. De heer BROUWER zegt, dat het onverlichte waarschu wingsbord bij mist of duisternis door ter plaatse onbekend zijnde automobilisten niet wordt opgemerkt. Het komt voorts herhaaldelijk voor, dat men met goed afgestelde koplampen de reflecterende paaltjes niet ziet. Wanneer men van de kant van Soestduinen komt, is de felle verlichting van het fietspad links een grote hinder voor het overzien van de bochtj men kijkt dan namelijk geheel in het duister. Daarom zou spreker de bocht in ieder geval goed verlicht willen hebben. Spreker kent een geval van mensen die hier bijna een ernstig ongeluk hebben gehad, maar de veine hadden om precies tussen de bomen door te gaan. Wanneer men echter met een vaart van 50, 60 km. tegen een boom rijdt, is een zeer ernstig ongeluk vrijwel zeker. Het gaat hier om mensenlevens en daarom moet deze bocht - het koste wat het kost - zo goed mogelijk worden beveiligd. Het is ook spreker bekend, dat men aan waarschuwings borden gewend raakt. Vele weggebruikers zullen dan ook niet eens het waarschuwingsbord zien. De ervaring heeft echter geleerd, dat in deze met flikkerlichten veel is te bereiken. De wethouder VAB ZADELHOEE gelooft, dat de mist een slecht argument is in het betoog van de heer Brouwer. Bij mist behoort men niet hard te rijden. Verder wijst spreker op een bepaalde vloeistof, die vele verkeersongelukken veroorzaakt. Met gedimd licht ziet men de reflecterende paaltjes niet. Maar wanneer men met gedimde lichten rijdt, mag men niet hard rijden. De heer BROUWER: Ook niet, wanneer men voor een tegenligger dimt? De wethouder VAN ZADEIHOEE: Wanneer dat lang duurt, behoort men niet hard te rijden. Wanneer men niet ver - vooruit -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 232