17 december 1958 - 124 op deze zetel heb doorgebracht, geweest is onder uw leiding, mijnheer de voorzitter. Want het hangt er van af op welke golflengte men uitzendt. Het is een buitengewoon belangrijke zaak, dat men in dezelfde raeterband uitzendt. En wat dit betreft heb ik het met u en met mijn linkerbuurman in deze raadzaal getroffen. Ik heb de indruk, dat w ij in dezelfde meterband uitzenden en steeds binnen elkanders golfbereik liggen, hit is zo'n buitengewoon belangrijke zaak, omdat de ontwikkeling van het gemeentelijke leven, dat zich afspeelt in het raam van de gemeenteraad en van het college van B&W, zich beweegt in de richting, dat zeer veel maatregelen moeten worden genomen, die beoordeeld moeten worden door het college van B&W. De verantwoordelijkheden en de werkzaamheden van het college zijn, vergeleken met de periode van vóór de oorlog, belangrijk toegenomen. Wanneer dan van de burgemees ter als voorzitter van de gemeenteraad en van het college een leiding uitgaat als bij u het geval is, mijnheer de voorzitter, dan zullen degenen die mij kennen, begrijpen dat een eendrachtig beleid mogelijk is, omdat wij hetzelfde uitgangspunt hebben, namelijk te zo eken naar hetgeen verbindt en te trachten de aan ons toevertrouwde belangen zo goed en zo grondig mogelijk te behartigen. Nogmaals hartelijk dank voor de vele blijken van mede leven en voor de blijken van tegemoetkoming in de achter ons liggende periode. Naar aanleiding van de rede van mijn linker buurman mag ik opmerken, dat de wethouders onder elkander ook wel weer enkele dingen hebben, die niet direct in het college worden gebracht, maar die zL j eerst doorpraten. Ten aanzien van die keuken heeft de heer Van Zadelhoff een klein tipje van de sluier opgelicht. Bij de betrekkelijk korte tijd, die men voor het wethouderschap beschikbaar kan stellen, kan het teamwerk alleen maar slagen, wanneer een ieder tracht zoveel mogelijk op zijn eigen terrein te blijven, maar er wel voor zorgt bij te blijven op de andere terreinen, zodat er niet een moment ontstaat, dat men uit de pas gaat marcheren. Bat zou een ongelukkige situatie worden. Wat dit betreft, geloof ik, dat wij nog steeds in de pas marcheren. Hiermede kom ik meteen terecht bij mijn nieuwe collega, die voor zover de tekenen niet bedriegen, ook sterk de neiging heeft zich bij die pas aan te sluiten. De heer Van Zadelhoff ben ik erg dank baar voor de vele keren, dat ik iets heb kunnen opsteken van zijn wijze van werken en doen. Daarvoor ben ik temeer dank baar, omdat ik zelf nooit erg behept ben geweest met een bijzonder zakelijk inzicht. Dat moet je liggen. Daar moet je een knobbel voor hebben. Op dit gebied heb ik echter aardig wat van mijn linkerbuurman opgestoken. Ik wil hier geen her inneringen gaan ophalen. Dat zoai de raad te lang ophouden. Bovendien zit men hier om het algemeen belang te behartigen en daaraan moeten de personen toch eigenlijk ondergeschikt blijven. De heer Oranje heeft mij eigenschappen toegedicht, die mij te denken geven. Zo sprak hij van "vaderlijk". Nu ben ik volgens de burgerlijke stand inderdaad vader, maar dat begrip "vaderlijk" doet bij mij toch de vraag rijzens Ben ik al zo oud? Dat gevoel heb ik niet. De heer Hilhorst heeft het toch in de aardappelen ge zocht! Dat is ook begrijpelijk. - Ik -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 248