-17 december 1958 - 125. Ik moet op het betoog van de heer Hilhorst één correctie aanbrengen. Er zitten in deze raad namelijk drie "oudeklanten"Ook de heer Yan den Arend is in 1939 ge start Die toezichtcommissie op de aardappelgronden wekt bij mij aangename herinneringen op. Ik heb in die periode veel over de bouw van aardappelen geleerd...van de heer Hilhorst! Vandaar, dat ik op dit punt een redelijke landbouwkundige kennis heb. Ik moet de heer Hilhorst zeggen, dat ik zijn wijze van beoordelen der zaken erg prettig vindt. Wij hebben elkander wel eens in de spaarzame haren gezeten en dat zal nog wel eens gebeuren, maar uiteindelijk worden wij toch gedreven door hetzelfde motiefs onze liefde voor de gemeente Soest. U, mijnheer Hilhorst, bent hier geboren. Ik niet. Maar zo zoetjes aan voelen wij ons toch, in een gezelschap van zovele uitheemse lieden, als Soesters onder elkaar. Ook dat geeft een band. Tot de heer Yan den Arend wil ik zeggen, dat het mij persoonlijk, als privd-persoon, zeer spijt, dat het hem door de politieke verhoudingen en omstandigheden niet gegeven is geworden nog dat halve jaartje van het college deel uit te maken, waardoor ook hij zijn jubileum als wethouder zou hebben gevierd. Wij waren in het college goed aan elkander gewend en op elkander ingespeeld. De wijze waarop de heer Yan den Arend zich in dat gezelschap bewoog was heel prettig. Ik heb bijzonder aangename herin neringen aan de periode, dat de heer Yan den Arend van het college deel uitmaakte. Mijnheer Van den Arend, ook u dank ik voor uw goede wensen en de punten die u naar voren hebt gebracht. De heer Brouwer maakt nog maar kort deel uit van dit gezelschap en ik kan mij voorstellen, dat hij de voor zichtigheid in acht neemt onder het mottos koop nooit een kat in de zak. Hij heeft volkomen gelijk. Met deze reactie ben ik toch erg blij en ik hoop, dat wij zover tot elkaar kunnen komen door een open en zakelijk gesprek over ver schillende zaken in de komende periode, dat wij elkaar wederzijds zullen leren waarderen. De heer Pieren heeft in een ander slootje gevist en daar het een en ander uit opgehaald, namelijk de oude koe over de beslissing inzake de scholen in Soesterberg. Er vallen wel eens wat harde woorden en in Soesterberg is men nu eenmaal anders geaard dan in Soest; men spreekt daar een andere taal. Als een Soesterberger een hevig betoog afsteekt, moet men dit met een pond zout nemen, er flink wat afdoen en dan zien v/at men overhoudt. Dat is de kern en daar zit bijna altijd wel een goede bedoeling achter. Als men dat langzamerhand weet, laat men de woordenvloed langs zich heengaan, want als hij is uitgeblazen dan gaat men zien wat er werkelijk aan de hand is. Tot die op vatting is het college in de afgelopen periode gekomen. De Soesterbergers hebben nu overigens geen reden tot mopperen meer. Ook u ben ik dankbaar voor uw vriendelijk woorden en voor de keren dat u het met mijn zienswijze eens was, afgezien van de enkele maal, dat we het niet eens waren, maar dat kan wel eens gezond zijn. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 250