- 17 december 1958 -
127.
schap, waar in de twintig jaren tussen de beide wereld
oorlogen stedebouwkundig een wantoestand is geschapen, of
beter gezegd gegroeid. Laten wij dit zien als een schip
op het strand, dat als baken dient om onze koers uit te
zetten voor de komende vaart.
Hierop wordt overgegaan tot de behandeling der agenda.
236. Vaststelling van de raadsnotulen (vertrouwelijk) van 17
juni 1958.
Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
237. Ingekomen stukken.
a. Schrijven d.d. 24 september 1958 van C.Verheus inzake de
verharding van een gedeelte van de Plesmanstraat en
achterpaden, alsmede een daarbij behorend rapport van
de directeur van gemeentewerken d.d. 18 november 1958,
nr.584-11, met voorstel dit schrijven in handen te
stellen van burgemeester en wethouders ter afdoening,
overeenkomstig het vermelde in dat rapport.
b. Aanbieding van de statuten van de vereniging "Rustenburg"
met voorstel deze voor kennisgeving aan te nemen.
c. Controlerapporten van het Centras»! Bureau voor Verifi
catie en Financiële Adviezen der Vereniging van Neder
landse Gemeenten met voorstel deze voor kennisgeving
aan te nemen.
d. Klacht van bewoners van de Gallenkamp Pelsweg d.d. 20
november 1958 inzake de slechte toestand van het wegdek
met voorstel deze in handen te stellen van burgemeester
en wethouders ter afdoening.
Met betrekking tot de ingekomen stukken a t/m d wordt
zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming besloten
overeenkomstig hetgeen B&W daaromtrent hebben voorgesteld.
3. Mededeling van de Commissaris der Koningin d.d. 26
novembór 1958 inzake de herbenoeming van Mr.S.P.Baron
Bentinck tot burgemeester van Soest met ingang van 1
december 195 8 met voorstel deze voor kennisgeving aan
te nemen.
De wethouder VAN ZADELHOF!1 meent wel namens alle
raadsleden te spreken, wanneer hij zegt, dat er vreugde
heerst over het besluit van Hare Majesteit de Koningin
tot deze herbenoeming. De raad en de burgerij weten wat
zij aan de burgemeester hebben; dat is in de afgelopen
twaalf jaar duidelijk gebleken. Het lijdt geen twijfel, dat
iedereen met dankbaarheid van dit besluit kennis zal hebben
genomen.
De "VOORZITTER dankt de wethouder voor diens vriende
lijke woorden. Bij zijn ambtsaanvaarding, nu twaalf jaar
geleden - het lijkt veel korter, die tijd is vlug voorbij
gegaan - heeft spreker zich uiteraard afgevraagd, welke
houding hij ten opzichte van de geheel nieuwe omgeving
diende aan te nemen. De vraag was, hoe het contact zou
zijn met de mensen, waarmede hij moest werken. Dit werk
kan men zakelijk zier., doch het wordt in hoge mate beïn
vloed door de personen, met wie men in contact komt. Men
noemt dit tegenwoordig de menselijke relaties. Het zijn
deze menselijke relaties geweest - en hierbij denkt spre
ker zowel aan zijn naaste medewerkers, de wethouders,
maar ook aan de ambtenaren bij de diensten, alsook aan
- de -