-17 december 1958 - 1 33 nemen van het college deze woning in 1959 te laten ontrui men. Het college heeft enigszins een schema ten aanzien van hetgeen met de op het ogenblik in aanbouw zijnde woningen in deze kan worden gedaan. Het onderhavige pand komt daarbij met een huis op het Hart niet voor een nog verdere verlenging van de ontruimingstermijn in aanmerking. Warneer echter iedere woning die onbewoonbaar ver klaard behoort te worden, ook onbewoonbaar verklaard wordt, dan is het niet mogelijk met de ontruimingen het tempo van de onbewoonbaarverklaringen te volgen, zolang er nog zo'n grote woningnood bestaat als thans het geval is. Ieder jaar geeft spreker in zijn nieuwjaarsrede de raad een overzicht van het aantal onbewoonbaar verklaarde woningen en van het aantal ontruimde onbewoonbaar verklaar de woningen. Uit dio overzichten blijkt, dat er, over iets langere termijn gezien, toch een heleboel - het loopt in de tientallen - onbewoonbaar verklaarde woningen zijn ontruimd De heer BROUWER zegt, dat de hygiënische omstandig heden, die dus bij de onbewoonbaarverklaring een rol spelen, nog slechter worden, wanneer een woning langere tijd onbe woonbaar verklaard is. Deze hygiënische omstandigheden be treffen niet alleen de bewoners van de onbewoonbaar ver klaarde woning, maar hebben zeer zeker ook invloed op de omgeving van de desbetreffende woning. Men denke aan be smettelijke ziekten. Uit dien hoofde zou spreker het op prijs stellen, wanneer naast een rapport over de veilig heid van de woning, ook een rapport over de hygiënische toestand aan de raad zou worden overgelegd bij voorstel len tot verlenging van de ontruimingstermijn. De VOORZITTER gelooft niet, dat er bezwaar tegen be staat de gemeente-arts hierbij in te schakelen, wanneer de raad daar prijs op stelt. De heer DIJKSTRA gelooft niet, dat de raad er ver standig aan zou doen de onbewoonbaarverklaringen te relativeren. Een onbewoonbaar verklaarde woning moet worden ontruimd, al kan dit door de woningnood niet altijd direct geschieden. Het is echter onverstandig rapporten op te stellen, waaruit blijkt, dat de ene onbewoonbaar ver klaarde woning nog een beetje slechter is dan de andere. Op die manier spant men het paard achter de wagen. Spreker laat het gaarne aan de intelligentie en het inzicht van B&W over om de eenmaal onbewoonbaar verklaarde woningen ook zo snel mogelijk te doen ontruimen. Laat men zich niet bege ven in een verfijning door verschillen in graad van onbe woonbaarheid in het leven te roepen, maar zich voortdurend voor ogen te houden, dat de onbewoonbaar verklaarde wonin gen ook inderdaad zo snel mogelijk moeten worden ontruimd. De VOORZITTER wijst er de heer Dijkstra op, dat het niet in de bedoeling ligt voor de onbewoonbaar verklaarde woningen een verfijnde gradatie aan te brengen. Er bestaat bij de raadsleden echter een zeker onbehagen over het feit, dat men ten aanzien van de verlenging van de ontruimings termijn voor onbewoonbaar verklaarde woningen besluiten moet nemen, waarvan men voelt, dat ze in beginsel onjuist zijn. Spreker kan zich voorstellen dat de raad om een nog beter inzicht te krijgen in de toestand der woningen, het door de heer Brouwer gevraagde rapport wenst. Principieel - moet

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 264