22 december 1958 - 139 volkomen, dat men thans nog niet over voldoende gegevens kan be schikken om op deze vraag een antwoord te geven, maar hij wil deze vraag herhalen, omdat het zijn fractie nog steeds spijt, dat de desbetreffende bevolkingsgroep niet meer in het college is vertegen woordigd en omdat zij dit punt gaarne ten goede wil oplossen. Wat de begroting zelve betreft, wijst spreker er op, dat die hoe langer hoe meer gaat lijken op een optel- en aftreksom, ware het niet dat in deze begroting een zeer teleurstellend punt is gebracht. Op de daarover tijdens het afdelingsonderzoek gemaakt opmerking ge ven B&~W een antwoord waaruit blijkt, dat zij het zonder meer op de begroting zetten van een nieuw punt normaal achten. Dit antwoord heeft spreker zeer beslist niet bevredigd. Hij doelt op het toekennen van een autotoelage aan de hoofdinspecteur van politie. Voor hem staat principieel vast, dat een dergelijk punt via een apart daarvoor opgestelde raadsvoordracht moet worden behandeld. Dergelijke zaken moeten z.i. niet zo maar in de begroting worden gebracht, zoals thans is geschied. Het spijt hem voorts, dat - waar dit een zuiver finan ciële kwestie betreft - de nieuwe wethouder van financiën deze gang van zaken heeft getolereerd. Deze wethouder ging immers, toen hij nog raadslid was, altijd zeer serieus na - juist op dit onderdeel - hoe het beleid van het college werd gevoerd. Spreker moet aannemen, dat deze wethouder volledig op de hoogte is geweest met de v/ijze waarop deze post in de begroting is gebracht. En deze wijze strookt geens zins met hetgeen deze wethouder als ra,adslid steeds heeft voorgestaan. Er zijn bij deze aangelegenheid twee punten aan de orde. In de eerste plaats is het dus principieel onjuist, dat een punt op deze wijze wordt afgewikkeld. In de tvYeede plaats vraagt spreker zich af, of de kwestie van het geven van een autovergoeding in haar algemeen heid niet ernstig moet worden bekeken. De begroting is een optel- en aftreksom. Daarmede wil spreker zeggen, dat de gemeente zodanig afhankelijk is van het haar toegev^e- zen bedrag, dat het van het allergrootste belang is zeer serieus na te gaan, hoe de gelden Y/orden besteed. Er zijn zeer veel vaste uit gaven, die zeer beslist moeten doorlopen. Dit heeft tot gevolg, dat er een sluitstuk overblijft en dat is gemeentewerken. Gemeentewerken - men ziet het aan alles - komt handen tekort. Er moet voor worden gebraaktdat tengevolge hiervan later de uitgaven niet abnormaal zul len stijgen, om dat dan het achtergebleven onderhoud moet v/orden inge lopen, hetgeen veel en veel duurder is dan tijdig herstel. Verschil lende wegen in de gemeente verkeren - dit is geen vervfijt aan het college, maar het constateren van een feit - in een dermate slechte toestand, dat de kosten van verbetering aanmerkelijk duurder zullen YYorden dan bij normaal onderhoud het geval zou zijn gevYeest. Op prak tisch alle asfaltwegen kan het vYater niet weg lopen, zodat het er op blijft staan en zeer langzaam ?/egzakt. Daardoor ontstaat een zodanige verslechtering van de wegen, dat later onevenredig hoge kosten voor herstel zullen moeten YYorden gemaakt. Wanneer men bij voorbeeld ziet, hoe de Schoolstraat er uit ziet, dan zegt men; Wat jammer, dat deze weg niet is hersteld toen herstel door herbestrating nog mogelijk wasHet lange uitblijven van dit herstel heeft tot gevolg gehad, dat deze straat, blijkens een daarover uitgebracht rapport, een algehele vernieuYïing moet ondergaan. Dit is een duidelijk bewijs van het feit, dat het op deze wijze afYYikkelen van de zaken zeer grote uitgaven tot gevolg zal hebben, misschien al in de zeer nabije toekomst. Spreker hoopt, dat deze aangelegenheid in haar algemeenheid zal worden beke ken, zoals zij bekeken moet YYorden, en hij spreekt daarbij de ver wachting uit, dat wanneer zich op andere posten meevallers voordoen, die ten nutte zullen worden gebracht voor de onderhavige aangelegen heid - Afgezien -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 276