- 22 december 1958 - 145- Soest is een van deze gemeenten. Er wordt voor deze randstad in het tijdsverloop van 1950 tot 198O een groei verwacht van 4 tot 5,5 miljoen inwoners. Dit is dus in dertig jaar een vermeerdering van 37-g- Het valt aan te nemen, dat ook Soest een behoorlijk deel hiervan zal moeten opvangen. Dit zal nog wel aanleiding geven tot moeilijkheden in het bestuurlijke vlak. Reeds in 1956 heeft de re gering bij de Tweede Kamer een wetsontwerp inzake de ruimtelijke ordening ingediend. Jammer genoeg is dit nog niet in openbare behan deling genomen. Hoe langer een regeling op hoog niveau van deze ma terie achterwege blijft, hoe groter ook de risico's zijn, dat er onherstelbare fouten worden gemaakt. Het laat zich denken, dat de gemeenten op dit gebied een gedeelte van hun zelfbeschikkingsrecht zullen moeten laten vallen. Dit behoeft echter nog niet te betekenen, dat het werkterrein zal verminderen. Deze uitbreiding zal niet alleen natuurlijke groei zijn. Zij zal voor een belangrijk deel worden ver oorzaakt door migratie uit andere delen van het land. Dit zal grote problemen van aanpassing meebrengen, van aanpassing van de nieuwe bevolking aan de oude en omgekeerd. Wil een plaats dus echt een een heid blijven, dan zal hieraan de nodige aandacht moeten worden ge schonken. Dit is een probleem waarmede alle groeperingen van de be volking in aanraking zullen komen. Spreekster zou gaarne zien, dat het college het initiatief nam tot het vormen van een zeer gevarieerd samengestelde studiegroep, welke zich met deze problemen zal gaan be zighouden. Het is inderdaad werk dat verricht moet worden door par ticulieren, maar dat zeker wel in gang gezet en bevorderd mag worden door de overheid. Het kan voor Soesterberg al beslist niet op de lange baan worden geschoven. Daar is in de eerstkomende tijd al een grote import te verwachten. Soesterberg heeft in vergelijking met Soest een bloeiend verenigingsleven. Het is beslist de moeite waard alles te doen wat mogelijk is om de aanpassing vlot te laten verlopen en de nieuwe inwoners hun plaats te laten vinden op de verschillende gebie den v/aar hun belangstelling naar uitgaat. Naar aanleiding van het betoog van de heer van den Arend merkt spreekster op, dat deze - en met hem blijkbaar de gehele protestants- christelijke fractie - maar strak blijft vasthouden aan de gedachte, dat de P.v.d.A. dezelfde structuur heeft als de S.D.A.P. van vóór de oorlog, hoewel overigens ook daarvan mensen met een uitgesproken chris telijke levensbeschouwing lid waren. De structuur van de P.v.d.A. is geheel anders dan die van de S.D.A.P. De P.v.d.A. is ontstaan door het samengaan van verschillende groeperingen, die inzagen dat men met de vóór-oorlogse partijvorming niet tot een gunstige oplossing kan komen binnen het politieke leven van Nederland. Het waren groeperingen van verschillende kanten; groeperingen van roomskatholieke zijde, van protestants-christelijke zijde en van de zijde der voormalige Vrij zinnig Democratische Bond hebben samen met de S.D.A.P. de Partij van de Arbeid gevormd. De heer HILHORSTs En met mensen van communistische zijde. Mevrouw POLET-Musler wijst er de heer Hilhorst op, dat communisten nooit en te nimmer lid kunnen zijn van een democratische partij. Dit is niet in overeenstemming met hun inzichten. Wanneer een communist zich bekeert tot een democratische levenshouding, kan hij lid worden van de P.v.d.A. De P.v.d.A. heeft niet een commissie van toelating, die dergelijke mensen zou kunnen weigeren. Spreekster herinnert er aan, dat in de K.V.P. mensen zijn opgenomen, die vroeger lid waren van de N.S.B. en toen dus geen democraten pur-sang waren. De P.v.d.A, is een doorbraakpartij Zoals spreekster in de raad al eens heeft verklaard, is de P.v.d.A.-fractie van oordeel, dat een discussie over levensbeschouw- lijke vragen in deze raad niet thuishoort. Dit betekent echter nog - niet, -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 288