- 27 februari 1958 - 23. De heer Oranje behoeft niet bang te zijn, dat alle winsten van het gasbedrijf in de gemeentekas zullen vloeien. Voorgesteld wordt het vernieuwings- en uitbrei dingsfonds te verhogen tot twee ton en het reservefonds tot één ton. Van de winst, die het bedrijf maakt, wordt 10.000,gestort in het reservefonds. Van de overige winst wordt maximaal 25.000,in het vernieuwings- en uitbreidingsfonds gestort. Wanneer er echter onge veer 35-000,winst wordt gemaakt, is de winst zo groot, dat er reden is tot verlaging van de gasprijs over te gaan. Daarom ontraadt spreker de door de heer Oranje aangegeven wijziging. Hij gelooft dat daarvoor niet het minste motief aanwezig is. In antwoord aan de heer Pieren zegt spreker, dat deze aangelegenheid indertijd in de gascommissie is be handeld. De heer PIEKEN? Zeer terloops en in haar algemeen heid De wethouder VAN DEN ARENDs Inderdaad, maar deze kwestie is toen toch uitvoerig besproken. De gascommissie ging er mede akkoord, dat de directeur voorstellen in deze geest aan B&W zou doen. B&W hebben deze voorstellen ontvangen. Omdat ze nogal ingrijpend waren, heeft het college het advies van het verificatiebureau gevraagd. Dat heeft enige tijd op zich laten wachten. Daar het voorliggende voorstel precies hetzelfde is als hetgeen indertijd in de gascommissie is besproken en daar in de situatie niets is verander vond het college het niet nodig dit punt opnieuw in de gascommissie ter spra ke te brengen. De heer PIEKEN zegt, dat dit onderwerp in de gas commissie geen punt van de agenda heeft uitgemaakt, maar alleen bij het bewandelen van een zijpaadje in zijn al gemeenheid ter sprake is gebracht. Daarom is het wel wenselijk het voorstel alsnog in de gascommissie te be spreken, waarbij dan ook de argumenten van de heer Oranje volledig kunnen worden bezien. De VOORZITTER verzoekt de leden van de gascommissie, die het voorstel alsnog in de commissie behandeld zouden willen zien, de hand op te steken. Mevrouw LANDWEER-de Visser deelt mede, de heer Van den Arend reeds te hebben gevraagd, waarom over dit voorstel de gascommissie niet is bijeengeroepen. De zaak is ongeveer een jaar geleden in deze commissie ter spra ke gekomen, maar dit zullen de leden zich niet meer zo concreet kunnen herinneren. De heer HIDHORST zegt, dat de zaak inderdaad niet op de agenda van de vergadering van de gascommissie heeft gestaan. De wethouder VAN DEN AREND zegt, dat er van onwil bij hem geen sprake is. Hij meende, dat de gascommissie tot precies hetzelfde standpunt was gekomen als in het voorstel is geformuleerd, maar heeft er geen bezwaar tegen de zaak alsnog in de gascommissie te brengen. De heer ORANJE zegt in dit verband af te zien van het reageren op het antwoord van de heer Van den Arend. De VOORZITTER zegt, dat hij er dan van afziet de heer Oranje te beantwoorden, met wiens redenering hij het ook niet eens is. - Het -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 46