- 17 april 1958 - 27. voor haar gelden, eveneens vervroegd af te lossen - het door haar berekende voordeel, hetwelk uit de extra-aflossing voort spruit, aan de genieenten in de evenredigheid, waarin deze in het provenu der Rentespaarbrieflening 195 7 participeren, ten goede zal laten komen." Uit dit schrijven blijkt, aldus spreker, dat van een sug gestie als de schrijver van het artikel geheel te goeder trouw veronderstelt, geen sprake is. Als de Bank voor Nederlandsche G-emeenten mogelijkheid ziet tot vervroegde aflossing, zal die mogelijkheid er ook voor de gemeenten zijn en anders zullen zij delen in het voordeel van de vervroegde aflossing, zodat zij dus niet de dupe zullen worden van een voor de Bank voor Nederlandsche G-emeenten voordelige transactie. De heer ORANJE zegt dat het hier gaat over de aanwending- van de rentespaarbrieflening 1957. Ieder kent de voor deze lening gemaakte propaganda. Op blz2, onderaan, van de officië le prospectus van die lening staat onder het hoofd "Toelichting" "De opbrengst van de thans aangekondigde woningbouwlening, bestaande uit Rentespaarbrieven 1957? zal worden uitgeleend aan gemeenten om te worden gebruikt voor de financiering van de wo ningbouw (deze laatste vier woorden vet gedrukt), alsmede van de met de woningbouw in ruime zin samenhangende werken van dringen de aard., waaronder mede begrepen de bouw van scholen," Hoe hebben wij, gewone burgers, - zo vraagt spreker - deze aanduiding van de lening moeten verstaan? Spreker zegt; móéten verstaan, want met deze toelTcEtende aanbeveling was de kous nog niet af. Hierop volgde nog, alweer vet gedrukt, de medede ling dat de deelnemers tot 60% van hun deelname zelf de gemeen te mochten aanwijzen, aan welke hun geld, bestemd voor woningen en scholen, moest worden doorgeleend. Voor een iegelijk in wie nog enige goede trouw leeft kon dit, populair gesproken, niet anders betekenen dan; Leent gij uw spaarduiten via ons aan uw gemeente en uw gemeente zal daar mee volksvijand No.1 bestrijden; uw gemeente zal van uw spaar geld woningen en scholen bouwen voor u en uw naaste. Dat was geen naïeve opvatting van zaken, maar een opvatting van zaken, die past bij de trouw die wij aan het over ons gestelde gezag verschuldigd zijn. En die opvatting was ook geldig voor de 40% niet-voorkeursgedeeltevoor de 90.000,die thans aan de orde is. De clausule voor de eigen gemeente was alleen een extra aansporing tot deelname, maar geen wijziging in het voor gespiegelde doel. Maar wat doet de minister van binnenlandse zaken in over eenstemming met zijn ambtgenoot van financiën op 18 maart, om zo te zeggen daags na de sluiting van de emissie? Dan zegt Zijne Excellentie tegen de autonome gemeenten; G-emeenten, gij kunt deze gelden tot uw beschikking krijgen, maar gij zult er geen woningen of scholen van bouwen, gij zult er uw korte-schulden- last mee omzetten in dit lange geld. Waarom zegt de minister dit nü, nu de inschrijvingen binnen zijn en waarom heeft hij dit niet gezegd toen de inschrijvingen werden opengesteld? Spreker insinueert niet dat dit bewuste misleiding is ge weest. Hij wil alweer met dezelfde getrouwheid aan het rege- ringsgezag zich ervan zeker houden, dat alle opzet tot mislei ding hier ontbreekt. Maar hij is er stellig van overtuigd, dat hij zich de tolk maakt van zeer velen, zo niet van de overgro te meerderheid van de deelnemers, wanneer hij verklaart dat hun een zeer ernstige teleurstelling door deze ministers is bereid, een teleurstelling die in geen verhouding staat tot deze domme 90.000,Spreker vreest dat althans deze ministers zich - voor -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 54