37
17 april 1958
De heer ORANJE merkt op, dat hier wel eenvoudig op de
prospectusvoorwaarden wordt doorgeleerd.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
65. Voorstel tot het verlenen van een zakelijk recht nabij de
Soesterbergsestraat ten behoeve van de P.U.E.M. (1-6120).
66. Voorstel tot verkoop van een perceeltje grond en tot verlening
van een recht van weg nabij de Prof.Lorentzlaan te Soesterberg
aan de P.U.E.M. ten behoeve van de bouw van een transformator
station 1—6131).
67. Voorstel tot aankoop van een perceel grond, gelegen nabij de
Gen.Winkelmanstraat van W.A.Pohl c.s. (1-6132).
De voorstellen sub volgnr.65 tot en met 67 worden achter
eenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
68. Voorstel tot wijziging vans
a. het algemeen ambtenarenreglement IV-1166-6127)
De heer VERSTEIJNE zegt dat zijn fractie geen principieel
bezwaar heeft tegen het vervallen verklaren van artikel 9, derde
lid, regelende het ontslag van de huwende ambtenares. Persoon
lijk wil hij in verband daarmede het volgende opmerken.
Volgens de toelichting van B&W moeten de belanghebbende
echtgenoten zelf uitmaken of de huwende ambtenares in gemeente
dienst zal blijven. Daar is spreker het gedeeltelijk, maar niet
geheel mee eens. Niet dat hij het recht van de gehuwde vrouw
om een betrekking in overheidsdienst te aanvaarden of te be
houden wil ontkennen. Het kan echter in het belang van de ge
meente en in het belang van het algemeen welzijn wezen, dat
een huwende ambtenares haar plaats afstaat aan een werkloze
man of dat een man kans krijgt om zijn positie te verbeteren
door haar plaats in te nemen. Indien zo'n situatie zich voor
doet, behoort naar sprekers oordeel de gemeente het recht te
hebben de huwende ambtenares te ontslaan, tenzij de desbetref
fende taak niet door een man is te vervullen.
Het gaat er spreker hoofdzakelijk om, dat niet het ene
echtpaar een dubbel inkomen geniet en een ander echtpaar geen.
Is het niet mogelijk het schrappen van het derde lid van
artikel 9 even aan te houden, zodat het college een mogelijk
heid kan zoeken om in een geval als bovenbedoeld een huwende
ambtenares toch door de gemeente eervol te doen ontslaan? Bij
een verdere teruggang van de werkgelegenheid kan dit van veel
betekenis zijn. Wanneer de taak van een huwende ambtenares niet
door een man kan worden waargenomen, zal spreker zich er niet
tegen verzetten, wanneer zij wil blijven werken.
De heer ORANJE acht het een ernstige aantasting van de
rechtspositie, wanneer die afhankelijk wordt gesteld van de toe
vallige omstandigheid of er een man is die de plaats van de
vrouw kan overnemen.
De VOORZITTER is het eens met de heer Oranje. Tegen werkloos
heid onder ambtenaren moet men niet te erg aankijken. Het be
treft over het algemeen gespecialiseerde mensen, onder wie de
werkloosheid niet zo groot is. In artikel 108 van het ambtena
renreglement wordt de volgorde aangegeven, waarin bij inkrim
ping of reorganisatie van een dienst ontslag moet worden ver
leend, Onder b. worden genoemd de gehuwde vrouwelijke ambtena
ren, tenzij zij kostwinster zijn. Hier is de gehuwde ambtenares
dus in de meest ongunstige positie.
Overigens ziet spreker geen kans ten volle aan de wens van
de heer Versteijne tegemoet te komen, hetgeen hem ook niet juist
zou lijken. Wanneer twee gehuwde mensen elk een positie hebben
- en -