Nr.4.
- 23 mei 1958 -
43
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op vrijdag 23 mei 1958, te 19.15 uur.
VOORZITTERS de burgemeester, de heer Mr. S.P.Baron Bentinck,
SECRETARISs de heer J.J.J,M.Pesten.
Tegenwoordig de leden; 0. van Andel, J. van den Arend, A.
Brouwer, H.A. Butzelaar, H.J.S. Clemens, T. Dorresteijn,
P. Grift, K. de Haan, H.C. Klarenbeek, mevrouw S.G. Landweer-
de Visser, Dr. D.J.P. Oranje, P.C. Pieren, mevrouw S.M. Polet-
Musler, P.H. Versteijne, W.G. van Zadelhoff en J.D.L. Zoetelief.
Afwezig met kennisgeving de leden; A.P. Hilhorst, J.A. Schaafsma
en M.M. van Wely.
Be VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van
de gebedsformule.
Vervolgens deelt hij mede, dat bericht van verhindering is
ontvangen van de heren Hilhorst, Van Wely en Schaafsma.
Hierna spreekt de VOORZITTER de volgende rede uit:
Dames en heren. Alvorens te beginnen met de afhandeling van
de agenda, wil ik even stilstaan bij het feit, dat de heer
van Zadelhoff op 15 mei j.1. het heugelijke feit heeft gevierd,
dat hij op die dag 12-| jaar wethouder van onze gemeente was.
De heer van Zadelhoff is op 15 november 1945 in de noodraad
benoemd en hij is toen direct tot wethouder gekozen. In de
noodraad waren benoemd vertegenwoordigers van de bevolking, die
op een of andere manier het vertrouwen van de bevolking hadden
of zich dat hadden verworven in de zeer moeilijke oorlogsjaren.
Zo is de heer van Zadelhoff als Soester, die in de oorlogstijd
zijn sporen heeft verdiend, in de noodraad gekomen. Hij genoot
blijkbaar zoveel vertrouwen, dat hij toen direct tot wethouder
is benoemd. Het wethouderschap is natuurlijk wel iets anders
dan het officiële en totaal niet-officiële werk, dat in de
oorlogsperiode is verricht. Wat het officiële werk in die pe
riode betreft, denk ik aan de luchtbescherming, en wat het
niet-officiële werk betreft aan de organisatie van de voedsel
voorziening, vooral de voeding voor de kinderen.
In de oorlogstijd was er een samenwerking tussen personen,
die vervuld waren van de wil om zo goed en zo kwaad als moge
lijk was, te vechten voor de geestelijke waarden, die ons lief
zijn, en ook te vechten voor de instandhouding van de fysieke
kracht van ons volk^ te vechten dus voor zowel de geestelijke
als de fysieke kracht van ons volk. Er was een prachtige samen
werking tussen personen, die misschien uitgaande van verschil
lende standpunten, elkander toch op dit gebied vonden. Er was
een ruimte, waarin gehandeld kon worden, dikwijls onder de druk
van de vijandige bezetting. Het is voor zeer velen een teleur
stelling geweest, dat in de na-oorlogse jaren deze samenwerking
verloren is gegaan, dat zovelen zich geheel hebben teruggetrok
ken in de eigen groep en te weinig openstaan voor de personen
uit andere kringen.
En nu geloof ik, dat wethouder van Zadelhoff deze teleur
stelling niet heeft veroorzaakt, maar dat hij eigenlijk juist
altijd in diezelfde geest van samenwerking en openstaan voor
anderen ook in zijn raadslidmaatschap en zijn wethouderschap
heeft gewerkt. Dit is ook een van de redenen, waarom hij zo
wordt gewaardeerd. In de besloten bijeenkomst van afgelopen
dinsdag is dit door verschillende personen naar voren gebracht
en hierover nadenkend ben ik tot de conclusie gekomen, dat deze
instelling van de heer van Zadelhoff verband houdt met de pe
riode, die men hier in de oorlogsjaren heeft doorgebracht en
- waarin -