'O^C Roest, 25 Februari 1927. Het Raadslid de heer Mr.J.H.van hoorne heeft in de laatste openbare vergadering van den Raad dd.10 Febru ari de beschuldiging geuit als zoude de door den Raad behandelde begrooting onjuist zijn doorgegeven aan de Gedeputeerde Staten. Ha afloop dezer vergadering heeft de heer van hoorne toegezegd de verschillen,welke de on juiste doorgeving zouden aantowtien,op te geven. Ha be doelde raadsvergadering verscheen in de Soester echter een lijst welke die verschillen zou aantoonen. In die zelfde courant,dus in t openbaarwerd tegenover de in gezetenen dezelfde beschuldiging geuit,als door den heer van hoorne in de openbare vergadering van den Raad werd geuit. In het Algemeen Handelsblad en de Hieuwe Rotter dammer Courant van 20 Februari werd het stukje geplaatst als in bijlage dezes. Daaruit wordt derhalve door den heer van hoorne in 't openbaar nogmaals eene beschuldi ging geuit als zoude het hagelijksch Bestuur den Gemeen te naren en Gedeputeerde Staten den financieelen toestand van Soest rooskleuriger wenschen voor te stellen dan de ze inderdaad is. In zijn schrijven van 19 Februari j.1.- ontvangen den 21 stend.a.v.- deelde de heer van hoorne de verschil len mede. Deze waren eensluidend aan die welke in de Soester waren gepubliceerd. hoor den Voorzitter werd op verzoek van 2 leden dier Commissie de toestand besproken in de Fina,ncieele Com missie en deze was eenstemmig van oordeel dat de Voor zitter eene spoedeisohende openbare vergadering van den Raad moest beleggen om deze zaak in het openbaar te be spreken en recht te zetten waarop de ingezetenen h.i. recht hebben. Het schrijven van den heer van hoorne met de rechtzetting van het College zouden den leden worden toegezonden. Waar de heer van hoorne de zaak in het openbaar heeft aangebrachtwaar de zaak in beide laatstgenoemde groote bladen door hem is besproken,waar de geheele openbare meening in de zaak wordt betrokken,waar de goe de naam en de eer van de gemeente en van haar bestuur op t spel staat,waar de credietwaardégheid der gemeente in haar grondvesten wordt aangetastimmers de begrooting het fundament vormt van te sluiten leeningen,kan de zaak dan ook niet anders dan in Tt openbaar worden be handeld Ons College heeft zich dan ook op dat standpunt ge steld, nadat de Financieele Commissie eenstemmig zich daarover had uitgesproken. Burgemeester en Wethouders van Soest he Secretaris, he Burgemeester, Aan de Leden van den Gemeenteraad,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 104