88.
aan het rapport van den architectwaarin over geen schuld
gesproten wordt. Alleen wordt daarin slechts opgemerkt dat
dit werk niet tot navolging moge dienen.
De heer van ^oorne handhaaft zijn voorstel om een com
missie te "benoemen,en daarin als lid aan te wijzen de heeren
van Eek,van Elten en G. van Bronckhorst te Baarn. Deze com
missie dient dan een uitgebreid onderzoek van den "beginne af
aan in te stellen.
"Wethouder van -^Iten zegt dat hij geen lid dezer commissie
wenscht te zijn.
De Voorzitter zegt dat het hier in zeker opzicht over
het "beleid van Burgemeester en Wethouders gaat. Daarom is het
billijk dat Wethouder van Elten goen zitting in deze commissie
neemt. Spreker stelt voor het voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot benoeming van een onbevooroordeelde commissie
te aanvaarden.
Wethouder van Eiten wenscht geen oordeel over de afv/erking
van de gebouwen te vellen.
De heer van Eek acht het voorstel om over te gaan tot in
stelling eener commissie overbodig.
De heel" van Doome zou het op prijs stellen indien een
raadslid, die met alles op de hoogte is,zitting neemt in die
oommissie. Spreker blijft zijn voorstel handhaven.
De heer Endendijk zegt dat de heer van Eiten het volle
vertrouwen van den Kaad heeft,en daarom wel als lid in de
commissie zitting kan nemen.Spreker z-^u aan de commissie
iemand willen toevoegen,die het financieel gedeelte behandelt.
Wethouder van Eiten zegt nogmaals dat hij in deze commis
sie geen zitting wenscht te nemen.
De Voorzitter stelt voor in de plaats van wethouder
van Epten dan te benoemen den heer 3J.Klaarwater aannemer
te Eaam.
De heer de Koning verklaart zich tegen een commissie.
De Voorzitter brengt hierna de instelling eener commissie
in stemming. Dit voorstel wordt verworpen met 7 tegen 5 stemmen,
zoodat geen commissie benoemd is. Vóór stemden de heeren
van Eck,Endendijk,Besselsenvan Doorne,en Wethouder van den
Berg.
Zonder hoofdelijke stemming wirdt besloten Burgemeester m
Wethouders machtiging te geven tot uitbetaling van de posten
vermeld in staat E als bijlage van het rapport van Burgemees
ter en wethouders.
Wethouder van den Berg zegt, in verband met den uitslag
dezer stemming,zoo geen genoegen te kunnen nemen met dat
enkele rapport.
De heer Endendijk verlaat de vergadering voor een oogen-
blik.
Mevrouw Eroste-Wümans meent dat de Haad nu den moed
moet hebben om zich uit te spreken.
'Wethouder van den Berg meent dat de haad nu moet zeggen
wat er gedacht wordt van den brief van 12 Eebucaari Ta:n <^en
ge mee nte-arc hi tec twaarin gezegd wordt dat die 90;V maar uit
betaald moet worden.
Ha eenige discussie stelt de heer van Doome de volgende
mntie voor:"De Kaad gehoord de besprekingen,is van oordeel dat
de ruiterlijke erkenning van E^^-ger^ester 6n Wethxmders ,in
zooverre zij schuld hebben geapprecieerd wordtterwijl de
Kaad het betreurt dat de gemeente-architect klaarblijkelijk
tegen beter weten in aan Burgemeester en Wethouders onjuiste
adviezen heeft uitgebracht."
De heer Endendijk,die inmiddels weder ter vergadering ge
komen is,zegt dat thans een beschuldiging wordt uitgebracht,
die men niet kan bewijzen.
De heer van Eek zegt tegen deze motie te zullen stemmen,
aauigezien de tijd tot een diepgaand ondersoek, heeft ontbroken-
Wethouder van Elten wenscht den gemeente-architect eerst
te hooren.
Aangezien de motie van den heer van Doorae door meer dan