De heer Van den Breemer verklaart zich tegen een dergelijke
commissie, aangezien het een uitzoekerij zal worden, hetgeen
toch niet geeft.
Het voorstel om een commissie ad hoe in te stellen, wordt
hierna in stemming getracht, en aangenomen met 12 stemmen tegen
1 stem. De heer Van den Breemer stemde tegen.
De heer Grootewal merkt op dat, waar nu door den heer Van
den Breemer gezegd is, dat het een uitzoekerij zal worden hetgenn
niets geeft, wij aan een dergelijk persoon in oen commissie
niets hotten. Spreker stelt daarom voor een ander lid te benoe
men.
De heer Busch vindt het zeer wenschelijk dat een ander Katho
liek lid zitting in de commissie heeft, teneinde de zaak zoo
zuiver en reëel mogelijk te houden.
De heer Van Doorne is het hier volkomen mee eens.
Beide Sprekers hevelen den heer Hoenders aan.
Daarna wordt overgegaan tot benoeming van de leden der com
missie. Uitgebracht worden op de heeren Van den Breemer 1, de
Bruijn 11, Doorman 12, Van Doorne 1, Grootewal 12, Hilhorst 5,
en Koenders 8 stemmen. Eén stembriefje werd blanco ingeleverd,
zoodat de commissie zal bestaan uit de heeren de Bruijn,Doorman,
Grootewal en Koenders, met den Burgemeester als Voorzitter .De
benoemden verklaarden den Voorzitter het lidmaatschap te aan
vaarden
De heer Van Doorne bespreekt hierna de wenschelijkheid van
zijn reeds gedaan voorstel om thans de Wethoudersverkiezing niet
te laten doorgaan, doch de vergadering te schorsen. Spreker ge
looft dat het voor den Voorzitter geen bezwaar kan zijn dat hij
korten tijd zonder Wethouders is; de Voorzitter is immers den
laatsten tijd wel meer zonder stuurlieden geweest. Spreker ge
looft dat het in het belang der gemeente is, dat alzoo gehandeld
wordt; deze handelwijze zal een zuivere stemming ten zeerste be
vorderen. Aangezien de Wet het schorsen der vergadering nergens
verbiedt, meent Spreker dat tegen een dergelijke schorsing geen
groote en overwegende bezwaren bestaan. Spreker stelt dus voor
de vergadering te schorsen en de "Wethoudersverkiezing te doen
plaats hebben zoodra het onderzoek der commissie heeft plaats
gehad
De Voorzitter wijst er op dat volgens de Wet de verkiezing op
dezen dag moet plaats hebben,,
De heer Van Doorne meent dat er geen bezwaren zijn de verga
dering te schorsen, en de benoeming in de voort te zetten verga
dering te doen plaats hebben,
De heer Busch juicht het voorstel van den heer Van Doorne
ten zeerste toe. Teneinde een algeheele zuivere toedracht van
zaken te verkrijgen, zou Spreker gaarne zien dat het voorstel
met algemeene stemmen aangenomen werd.
De heer Hilhorst verklaart tegen het voorstel te zijn, omdat
het voor hem vaststaat dat alles laster, vuile laster is.
De heer Grootewal zegt dat hij ook oen en ander heeft onder
zocht; hij is er van overtuigd dat het tegen den betrokken per
soon ten laste gelegde grootenaeels waarheid zal blijken te zijp.
Spreker stelt zich op het standpunt dat de Raad recht heeft op
inlichtingen, en zal daarom voor het voorstel stemmen.
De heer Endendijk is tegen het voorstel. Spreker vraagz der-
Voorzitter of men niet in strijd met de Wet zal handelen, indien
de vergadering geschorst wordt en be Wethoudersverkiezing op een
anderen dag plaats heeft.
De Voorzitter kan zulks onmiddellijk niet zeggen.
De heer Busch bepleit nogmaals het voorstel van den heer Var.
Doorne
De heer Van Doorne meent dat de vergadering zonder bezwaar
geschorst kan worden, totdat alles is nagepluisd.
De heer Bus<s>h zou desnoods een uitspraak van de Kroon willen
vernemen.
De heer Endendijk zal tegenstemmen, daar hij vermoedt dat c.it
besluit niet genomen kan worden volgens de Wet.
De Voorzitter zegt een eventueele schorsing der vergadering
tot het tijdstip waarop de commissie met haar onderzoek gereed
zal zijn, aan de uitspraak der leden te onderwerpen.Overgaande
tot