29 September 1S27.170.
De heer Den Bliek, die overtuigd, is dat schoolruimte noodig i,
vraagt of eigenlijk het voorstel van Burgemeester en het houders
niet minder krachtig geworden is door opname van "bedoelde 4e
olausule. Gaat het alleen om het juridisch moment of over de "be
trouwbaarheid der verklaring? Uit de stukken blijkt dat De llan
feitelijk slechts zijn handteekening heeft gesteld om zijn mede
werking tot de stichting te verleenen. Wanneer gelet wordt op
het juridisch moment, dan kan de verklaring toch niet teniet wor
den gedaan, tenzij Gedeputeerde Steken de zaak anders bezien.
De heer Van Doorne merkt op dat door den Voorzitter gezegd is
dat omtrent de "betrouwbaarheid der beide verklaringen een beslis
sing genomen moest worden. Spreker gelooft dat de Voorzitter
zich heeft la-ten leiden door den persoonlijk verkregen indruk
van den heer Van Brummelen, waardoor de Voorzitter min of neer
gesuggereerd is. De Llan heeft toch duidelijk te kennen gegeven
dat hij maar eindelijk geteekend heeft om van het gezeur af te
zi£n. Spreker schenkt veel meer waarde aan het door den hoofd
agent van politie Van Leeuwen opgemaakt ambtseedig proces-ver
haal, dan aan de verklaring van Van Brumraele». Het gaat nu niet
aan dat de Baad vertrouwt dat de zaak in orde is. Burgemeester
en Wethouders hebben volgens hun voorstel uitgemaakt dat do ver
klaring van Van Brummelen de juiste was, doch de eindbeslissing
is toch aan den Baad; deze zal immers in laatste instantie moe
ten uitmaken of de handteekeningen geldig zijn. Spreker vindt
het een moeilijke keuse. Indien de aaak zuiver was voorgesteld,
dan zou hij ©ogenblikkelijk voorstemmen. Spreker kan niet be
grijpen hoe het bestuur der Christelijke school een adres kan
inzenden dat begint met een onwaarheid. Hij vraagt zich af
waarom het Bestuur niet met een betere lijst is gekomen. Spre
ker leest daarna den indruk van de verklaringen der ouders voor-
volgens het opgemaakte proces-verbaalSpreker veronderstelt
dat de menschen beïnvloed zijn door de colporteurs-eigenschappen
van de personen, die hen bezocht hebben. Volgens het proces-ver
baal van den hoofdagent blijkt dat liej .Duinkerken alleen heeft
geteekend omdat gezegd was dat een nieuwe school voor den spoor
wegoverweg gebouwd zou worden. Vaar zulks niet het geval is,
trekt zij die handteekening in. Van den Breul heeft geteekend
om van het gezeur af te zijn, en zal zijn kinderoren niet naar de
Christelijke school zenden. Pothoven en Hij borg hebben spijt van
de geplaatste handteekening, en verklaren overrompeld te zijn.
De laatste zegt dat hem door den heer Van der Hier toegezegd
v/as dat hij bij teokening op de lijst ook kon inschrijven voor
den bouw.Volgens mededeeling van Van dor Plier is dat door hem
gezegd nè-dat lij borg geteekend had; volgons verklaring van Van
Brummelen terwijl üijborg teekande. De Wed.Krijt heeft geteekend
-uit bangheid en uit vrees dat zij uit haar huis gezet sou worden
Van den Duine weet niet waarom hij geteekend heeft JDemeeven
als Smit, De Man, en de Y/ed.Eilhórst zeggen overreed te zijn hun
ne handteekeningen terplaateen. Van de Kuit heeft men ook over
gehaald, aangezien hij dan, wanneer hij zonder verdiensten was,
wel eens een broodje bij Van Brummelen kon halen. Meerding hoeft
geteekend, nadat hij en zijn vrouw door Van Brummelen en Van der
Plier murw gemaakt waren door bijbelteksten en Christelijke ge
sprekken. Door over een overleden dochter te spreken, zijn de
menschen door Van Brummelen aan het huilen gemaakt en daarna
heeft men ze laten teekenen. De Man heeft schriftelijk aan den
Burgemeester verklaard dat hij alleen geteekend heeft om aan
handteekeningen te he-Lpen, doch uitdrukkelijk gezegd dat hij
-z.i-j-?v JtiLndereh hief van...de -schóól van den heer Ve-a-nebra wegnam,
mis deze verklaringen nuchter bekeken worden, dan is toch door
het bestuur der Christelijke sohool gehandeld tegen gebod en
waarheid. Spreker vindt een dergelijke handelwijze meer dan er
gerlijk, en zegt dat deze handteekeningen voor hen &ean bev/ijs
zijn dat hiermede uitdrukkelijk bedoeld onderwijs wordt verlangd
Wanneer blijkt dat alles in orde is, zal Spreker wel zijn mede
werking willen verleenen, doch op een dergelijke manier zal hij
geen beslissing kunnen nemen.