189. uitspreken, ook omdat de commissie niet neer is gehoordSpre ker "bepleit de wensohelijkheid dat 3 of 4 leden van de arbei dersorganisaties zitting nemen in de Commissie, teneinde een overleg te Spreker zou gaarne zien dat in den vervolge met zijn wensen rekening werd gehouden. De Voorzitter zegt dat de questie van het georganiseerd cvehleg "binnenkort in den Haad komt. Het nader voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast stelling van de loonen alsmede de "bepaling dat aan niet-verze kerden 5/6 van de loonbedragen wordt uitgekeerd, wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met algemene stemmen. De heer Kilhorst "bepleit nogmaals het geven van een uitkee- ring op de reeds eerder door hem besproken workloozenkassen ad 50 De Voorzitter zegt dat zulks niet in dit reglement opgeno men kan worden. De heer Hilhorst zegt dat een dergelijke bepaling wel in het vorig reglement stond. De Voorzitter merkt sp dat die regeling nooit ter tafel van den Baad is geweest. De heer Kilhorst is toch overtuigd van de wenschelijkheid om aan de door hem bedoelde georganiseerden een bijslag te ge ven. Daardoor treden zij in een gunstiger positie dan de onge organiseerden. ken dergelijke .tegemoetkoming is een prikkel voor de georganiseerden om zich verzekerd te houden. Wethouder Endendijk onderschrijft het gezegde van den heer Hilhorst. Spreker meent ook dat het ledental der organisaties anders terug zal loopen, en z.i. moet ook het georganiseerd-zijn worden bevorderd. Spreker meent echter dat het niet wenschelijk is een dergelijke regeling in het reglement op te nemen, doch een te treffen maatregel te dezer zake aan Burgemeester en Wet houders over te laten. De vergadering vereenigt zich hiermede. De Voorzitter stelt daarna aan de orde de behandeling van de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde werken, uit te voe ren in werkverschaffing. Spreker wenscht daarbij tegelijkertijd in behandeling te nemen het adres van een plaatselijk comité tot behartiging der sport, verzoekende tot het in erfpacht be komen van gemeentegrond en medewerking te verleenen tot het op richten van een sportpark. De heer van .<üen Brcemer zegt zich niet tegen devoorgestelde objecten te zullen verzetten, doch hij had liever gezien dat het z.g. Paardeghoogt tusschen Soest en Soesterberg werd uit gegraven om daardoor een betere verbinding dier gedeelten van de gemeente te verkrijgen. Spreker zou gaarne zien dat een on derzoek hiernaar werd ingesteld. Ook de heer G-rootewal zou een onderzoek te dezer zake wel wenschelijk achten. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna besloten de noodi- ge credieten toe te staan en machtiging te verleenen tot uit voering dezer werken, a-lsmdde tot vaststelling van het besluit tot wijziging der gemeentebegrooting 1927 4e afd.nr.-L-2-43) De heer de Bruijn wijst nog op het gevaar dat een werkman lie ver bij de gemeente gaat werken dan bij een particulier. De heer Busch zegt dat de beroeps-werkloozen wel naar de gemeente zullen gaan. Een gewoon arbeider zal blij wezen in dien een patroon naar hem toekomt, Hen kan alleen voor de ques tie staan dat er zicli enkelen zullen aanmelden, die geen beroeps- werkloozen zijn. Spreker acht dan ook een goede controle cn sterk to-ezicht gewenscht» Spreker is er van overtuigd dat de arbeiders zullen waardeeren hetgeen hier hedenmiddag gespro ken is, en blijk zullen geven dat ze hun loon ook Y/aard zijn,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 412