---2 November 1927--- 193.
Edoch dit voorstel aangenomen door de meerderheid van den vorigen
Baad kon niet de instemming verwerven van het Collega van Ged.-'
Sttiten. Aan het leeningsbesluit en het besluit tot vaststelling
van den factor op 1,9 werd de goedkeuring onthouden waartegen
men in beroep is gegaan bij de Kroon. Uitspraak van de Kroon is
er nog niet, en zonder die uitspraak af te wacht en, komen 'thans
Burgemeester en V/ethouders met een voorstel,dat m.i. enkel uit
een zucht naar utiliteit is geboren zonder dat naar eenig rechts
gevoel ten opzichte van onze belastingbetalers is gevre.agd. Hoe
het tenminste mogelijk is dat Burgemeester en Wethouders, om tot
dekking van het tekort te komen,let wel op heden geen tekort
meer i» maar een ruil-object dat dienen moet om de betaalde na
vorderingsbelasting terug te kunnen betalen, nu het voorstel doen
blijvend een nieuwe belastingbron aan te boren, is mij werkelijk
een raadsel. Belastingbetalen is geloof ik nooit een reden tot
blijdschap maar wordt dubbel hatelijk wanneer gevoeld wordt dat
die belasting onbillijk en onrechtvaardig is opgelegd. Hoe kon Uw
College er in s Hemels naam toekomen omdat wat in het debet
staat van gansch onze gemeente tot een schulcpost te maken,van
enkel een bepaald deel onzer belastingbetalersdiezekerwel in
de vermogensbelasting zijn aangeslagen,maar voor het grootste
deel toch waarlijk niet tot de kapitaalkrachtigen kunnen worden
gerekend. Belasting naar draagkrachtzij de leus,maar is het
heffen van opcenten op de hoofdsom der Vermogensbelasting in onze
gemeente werkelijk een belasting naar draagkracht? Het totaal
bedrag tf.at naar raming op dis wijze aan onze gemeente zou ten goede
komen,is maar een peulschilletjevergeleken met het totaal dat als
inkomstenbelasting als sluitpost op de begrooting binnenkomen
moet, en werkelijk ook binnen komt, wel een bewijs dat de groep
die eenerzijds zeker het voorrecht heeft Om vermogensbelasting te
mogen betalen,anderzijds in overgroots- meerderheid van een weinig
beduidende beteekenis is voor onze gemeentelijke huishouding.
Maar bovendien,hoe kan Uw College het aandurven om met een voor
stel te komenblijvend een nieuwe belastingbron aan te boren, om
in eerste instantie het mogelijk te maken dat twee jiaar geleden
betaalde belasting zou worden terugbetaaldvoornamelijk aan die
belastingbetalersdie het puur als een cadeau kunnen opstrijken
ten koste van de portemonnaie van enkele werkelijk kapitaalkrach
tigen, die het natuurlijk wel kunnen betalen,maar het als onrecht
voelen dat zij het betalen moeten,maar voor het grootste deel ten
koste van kleine renteniers en kleine middenmenschen,wier zuiver
uit kapitaal verkregen inkomen door den oorlog totaal is stukge
slagen. Is dat billijk, Mijnheer de Voorzitter.Is dat belasting
betalen naar draagkracht? Als deze terugbetaling op deze wijze dan
nog enkel ten goede kwam aan arbeiders en kleine middenstanders,
maar wat te zeggen van een terugbetaling van f 50,- tot f 100,-
en nog daarboven aan menschen die hun inkomen geheel uit tracte-
ment beroep óf bedrijf verkrijgen tot een bedrag van plm.f.5000,-
tot f 7500,- en die niets zullen hebben terug te storten, omdat
zij nu eenmaal niet in de vermogensbelasting zijn aangeslagen. Is
het te verdedigendat zij die het genot hebben over een groot in
komen te mogen beschikken,en slechts nog aan kapitaalvorming toe
zijn,maar een bagatel zullen hebben te offeren,terwijl voor zeer
velen deze belasting weer een nieuwe onmogelijke bezuinigingspost
is op het huishoudelijk budget? Maar bovendien,en nu deze zaak be
zien vanuit een geheel ander gezichtspuntis deze nieuwe belasting
misschien bedoeld als een voorbeeld ter navolging voor al de ons
omringende gemeenten,die tot dusver evenmin nog van de deugden
van deze methode hadden gehoord? Als voor de groote vermogenbe-
zitters op het belastinggebied één ding Soest impopulair zal ma
ken, dan is het wel dit voorstel Mijnheer de Voorzitter,dat Soest,
dat toch al de naam heeft duur te zijn, een geheel cenige plaats
zou doen innemen temidden van al onze zuster-gemeenten. Van gan-
scher harte hoop ik dan ook dat de daad zich hiertegen zal ver
klaren, omdat hoe juridisch juist misschien en naar de Gemeentewet
onaanveohtbaar ,toch geen oplossing wordt verkregen, die mo-
reefc' kan worden aanvaard, en zelfs cp utiliteitsgrond kan worden
verdedigd