2 November 1927---
198.
nietiging voorgedragen. Spreker acht de thans door Burgemeester
en "Wethouders ingediende voorstellen het meest "billijk» Onbillijk
heden "blijven altijd,doch Spreker vindt het niet vrenschelijk
dat de mindere mensohen nog meer getroffen worden.
De heer den Bliek stelt voor bij Ged.Staten dekking te ver
zoeken zooals door hem voorgesteld. Spreker betoogt nogmaals
dat het onbillijk is dat thans getroffen zullen worden zij die
een klein vermogen bezitten,terwijl gepensioneerden vrij blijven
van betaling. Spreker meent dat het betoog van den Voorzitter
verzwakt is.
De heer Grootev/al meent dat het voorstel van de heffing
van opcenten op de Vermogensbelasting toch wel voor 1 jaar
aangenomen kan worden. Dan is in totaal een bedrag van f 30,000,-
gedekt, terwijl dan het volgend jaar nader besloten kan worden
om het resteerende bedrag ad f.14.000,—te dekken.
De heer Busch zou dan liever zien dat de heffing voor 1 jaar
geschiedde
De Voorzitter verdedigt nog eens het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
De heer den Bliek zou liever zien dat de factor gehand
haafd bleef op 1,9 en dat het volgende jaar een nadere vaststel
ling daarvan plaats heeft.
De he^j^vgg^ogpie zou,indien het voorstel van Burgemeester
en WethoudersYvan oö^Opcenten op de Vermogensbelasting werd
aangenomen, willen vastleggen dat deze belasting voor 2 jaar ge
heven zal worden. Spreker vraagt zich af of ten aanzien van het
voorstel tot verhooging van de opcenten op de personeele belas
ting een nauwkeurig onderzoek is ingesteld. In verband met d®
door den heer Grootewal gemaakte becijferingen,vindt Spreker
het moeilijk thans een beslissing te nemen.
De heer Grootewal stelt voor het voorstel van Burgemeester
en Wethouders inzake verhooging opcenten personeele belasting aan
te houden ,daar hij ervan overtuigd is dat zijn cijfers juist
zijn,of te besluiten tot niet-verhooging van het aantal op
centen. Spreker acht een nader commissie-onderzoek zeer gewenscht.
De heer Buseh vraagt of uitstel van de beslissing op dit
voorstel mogelijk is, en of dit geen nadeel of moeilijkheden
voor de gemeente zal veroorzaken. Spreker vindt het voorstel van
den heer Grootewal niet onbillijk. Waar Spreker gaarne overtuigd
is dat zijn stem inderdaad in het gemeentebelang is, zou hij ook
liever eerst een nauwkeurig onderzoek willen doen instellen.
De Voorzitter deelt mede dat het- er toch altijd met de
muts naar gooien zal zijn. Wel zou men een ongeveer, nabijkomende
beoijfering kunnen verkrijgen door het zuiver nagaan van hit
kohier te Baarn, doch hiermede zal een langdurig en kostbaar
onderzoek gemoeid zijn. Voor een dei"gelijk onderzoek zou men
59 dagen noodig hebben,en mc.n zou dan nog geen vaste oijfers
hebben,daar er altijd veranderingen plaats hebben. Waar de des
betreffende verordening vóór 1 Januari 1928 goedgekeurd moet
zijn* geeft Spreker in overweging het vucrstel van Burgemeester
en Wethouders te aanvaarden. Voorts blijft Spreker van meening
dat ook de herclassifiaatie voor de gemeente groot nadeel zal
veroorzaken. De groote steden gaan ook reeds over tot verhooging
van het aantal opcenten.
De heer Grootewal betoogt nogmaals dat de hem verstrekte
oijfers uit goede bron zijn. Spreker had reeds eerder met den
voorzitter over een en ander gesproken, en had verwacht dat een
tweede vergadering der commissie uitgesohreven zou zijn.
De Voorzitter erkent dat de heer Grootewal wel een en ander
met hem besproken heeft. In verband hiermede heeft Spreker een
onderzoek ingesteld bij de belasting-kommiezen te Soest,die niet
in staat waren onmiddellijk een juiste raming te verstrekken,
maar toch wel eene zoodanigewaaruit blijkt dat verhooging van
de opoenten zeer zeker gewenscht is.
De