25.
De Voorzitter merkt Wethouder Tan den Berg op dat deze
zeer goed wist dat een schrijven van den heer van Doorne zou
Icoment®11 d-a"!: door hem geen woord over een en ander gesproken
is*
Wethouder van den Berg merkt op dat hem niet "bekend was,
wat de heer van Doorne schreef.
De Voorzitter zegt vervolgens dat op verzoek van twee
leden der Binanoieele commissie V/oensdag een vergadering ge
houden is.Zulks heeft plaats gehad naar aanleiding van de
publicatie van den heer Iburg in de Soester.
Spreker kan zich niet verantwoordelijk stellen voor een uitlating
van de typiste. Nadat de 1'inancieele commissie heeft Vergaderd
kon Spreker eerst zijn houding "bepalen.Spreker merkt Wethou
der van den Berg op dat in het dagelijksch Bestuur de functies
verdeeld zijn.Als Wethouder van Armenzorg worden door den heer
van den Berg zoo dikwijls "beslissingen genomen over zaken,die
niet eerst in de vergadering van Burgemeester en Wethouders
besproken zijn. Spreker,die belast is niet de afdeeling
financiën heeft gemeend eerst zelf eon onderzoek te moeten
instellen.Gebleken is dat de financieele commissie zich op
het standpunt stelde ,dat de zaak gepubliceerd moest worden.
In overleg met de commissie werd den heer van Doorne nog ge
legenheid gegeven om Vrijdagmorgen ten gemeentehuize te komen
teneinde de verschillen te vergelijken,en zoo mogelijk de
verklaring te geven dat hij zich vergist heeft.Het was niet
mogelijk eerder een wethouda-r-svergadering te houden dan Vrij
dag. Het spijt Spreker dat den heer van den Berg niet gekomen
isDe vergadering heeft moeten beslissenen was ook van meening
dat de zaak in 't openbaar moest worden behandeld.Indien
Wethouder van den Berg wil verklaren,dat hij van dit alles
geen verantwoording op zich wenscht te nemen .dan moeten wij
dat aannemen.Spreker zegt nat de beide andere leden van het
college van Burgemeester er. Wethouders de verantwoordelijkheid
van de toelichting op zich nemen.
Wethouder van 21ten verwondert zich over de verklaring
van Wethouder van den 3erg„Spreker verklaart dat de Burge
meester de zaak niet in de vergadering van Burgemeester en
Wethouders van Dinsdag j.1„besproken heeft,maar Wethouder
van den Berg heeft ook zelf niet naar een en ander in die
vergadering gevraagd.Daar de Wethouders mede verantwoordelijk
zijn,is het hun plicht te informeeren zoodra er iets bij
zonders gaande is. Spreker meent,dat wethouder van den Berg
in de zeer belangrijke spoedeiseinende vergadering van Burge
meester en Wethouders op Vrijdag j.1.aanwezig had behooren te
zijn,terneer waar door den Secretaris in tegenwoordigheid van
Spreker .bij den heer van den Berg telefonisch was aangedrongen
op bijwoning dezer vergadering.Spreker vindt de houding van
bethouder van den Berg niet bevorderlijk voor een prettige
samenwerking in het college van Burgemeester en Wethouders,
Wethouder van den Berg meent dat zijn betoog door den heer
^an uiten niet geheel gevolgd is.Spreker herinnert er aan,dat
mij gezegd heeft dat hij Maandag 21 februari om 2%- uur reeds
aen Burgemeester gevraagd heeft wat ar van dat couranten
geschrijf waar wasen dat hij Dinsdag d.a.v.on 1 uur den Burge
meester nog gezegd heeft dat de brief van Er. van Doorne nog
niet behandeld was.Spreker dacht dat het college van Burge
meester en Wethouders wol bij eengeroepen zou zijn, daar het
een belangrijke zaak betrof. Berst Vrijdag werd voor deze
zaak een vergadering gehouden.Spreker wijst er op tijdig mede
gedeeld te heboen,dat hij onmogelijk Vrijdagmiddag half twee
ter