31. die naar ik vertrouw na mijne weerlegging stuk voor stulc door B.en W. zullen worden teruggenomen,In de eerste plaats lees ik dan. dat ik in de vergadering van 10 Eebruari de "be schuldiging zou hebben geuit dat B.en de door den Raad be handelde ^e&rooting onjuist hebben doorgegeven aan Ged,Staten. Ik wil hier nogmaals opmerken dat mijn vraag luidde: Is de begrooting zooals die naar Ged,Staten is gegaan, letterlijk en cijferlijk dezelfde als door den Raad is vastgesteld. 3.en noch 3emanti ter wereld heeft het recht mijn vraag anders te lezen als ze er staat. En mijn vraag,zooais ze gesteld is, moet ontkennend worden beantwoord, Wanneer B.en W wellicht de zaak wat hebben willen aandikken, och.dan hadden ze beter gedaan de bewoordingen van den heer koeken te nemen en te schrijven:Beschuldiging van Kr„van Doorne dat B.en valsch- heid in geschrifte hebben gepleegd.Bat was alleen nog een beetje meer onwaar geweest. Eoren&ien is het veranderen van mijn vraag niet bepaald diplomatiek te noemen. Want wanneer B.en zelf spreken van een beschuldiging, moeten zij de con sequenties daarvan aanvaarden, en dan zal het bevestigend ant woord op mijn vraag ook een bevestigend antwoord op de be schuldiging moeten zijn, die zij ervan maken. En verder M.de Y, ware het correcter geweest wanneer U spreekt van"interpella tie y deze interpellatie woordelijk over te nemen, en niet daarin eigenmachtig te gaan veranderen. Bit alleen reeds., be zien uit het standpunt van wat te doen gebruikelijk is, is mij niet sympathiek. Ten tweede II.de V, wordt mij aangewreven, dat ik in de dag bladen de beschuldiging heb geuit, dat B.en van Soest den fi~ nancieelen toestand der gemeente rooskleuriger voorstellen dan deze inderdaad is. Het heeft mij ten zeerste verwonderd deze beschuldiging zwart op wit in een officieele nota door B.en onderteekend te moeten lezen. Onderteekend door U II,de V,burgemeesterEr. in de rechten, hulp-officier van Justitie en Oud-rechter.Ik meen dat een van de elementairste beginselen van de straf rechtspraak is dat geen officieele beschuldiging tegen een verdachte wordt ingebrachtalvorens deze is gehoord. En nu zie ik dat dezelfde voorzitter van het college van B.en en den Raad,die in de vorige vergadering toen ik mij ver weerde tegen aanvallen in de pers op mij als raadslid ge daan,dit afsneed met de woorden:f'Geen courantengeschrijf in den Raad" thans aan courantengeschrijf een officieele be schuldiging tegen een raadslid gaat ontleenen zonder bij de bron zelf te informeeren. Ik wil aannemen dat U dat hebt gedaan in een oogenblik van absentie van juridisch gevoel., in een oogenblik van toorn cf verontwaardiging,on in dat geva.l zal ik het alleen maar lichtvaardig noemen. McuCwjT GjI s U tevoren bij mij had geïnformeerdzoudt U vernomen hebben dat ik,wat betreft het rooskleuriger voorstellen van den toestand als deze inderdaad is,alleen gesproken heb met be trekking tot het grondbedrijf,maar dat een en ander niet juist in de pers is weergegeven. En wat het grondbedrijf betreft,M.de V. daarvan neem ik geen woord terug. Ik ben nog steeds de meening toegedaan,dat het grondbedrijfonge twijfeld een zeer belangrijk iets voor Soest,ons beter wordt voorgespiegeld als de toestand inderdaad is, Wanneer ik lees dat er een halve ton winst is,en elders dat er een reserve van f 5000,- moet gemaakt worden uit toekomstige winst,dan is dat voor mij een groot raadsel. Maar ik verklaar mij bij voorbaat bereid,dax wanneer de balanzen over 1924, 1925 en 1926, die zooals de vorige maal in den Raad is verklaard, nog niet gemaakt zijn.gereed zijn,en wanneer dan blijkt dat het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 78