13 Maart 1928 93.
De heer van Doorne vestigt nog de aandacht op de uitwatering
aan den Noorderweg, alwaar een vreeselijke stank heerscht. Spreker
vraagt of het niet mogelijk is ter plaatse een rioleering aan te
brengen.
Wethouder hoenders antwoordt dat deze verontreiniging geen
gevolg is van het water der wasschehij van Kuijer. De stank ont
staat door de "beerputten, die vanaf den Heuvelweg op het water
langs den Hoorderweg uitloozen. Thans wordt een onderzoek ingesteld
of door rioleering een en ander te verhelpen is.
De heer van Doorne zegt dat deze stank veroorzaakt wordt door
een riool aan den Noorderweg nabij de ¥redehofstraat
Wethouder hoenders zegt een onderzoek toe.
De Voorzitter sluit daarna de openbare vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van
den Raad der gemeente Soest, den 25 April 1928.
DE SECRETARIS,
DE VOORZITTER