13 Januari 1928 -
2.
De heer Busch zegt dat het hen genoegen doet dat "bedoelde agent
niet "bij deze questie is "betrokken gefeest. 'Jaar de Voorzitter
thans over deze aangelegenheid verder in het openhaar is gaan uit
wijden, meent Spreker ook nog enkele woorden te moeten zeggen.I-pre
ker wijst er op dat deze personen niet dronken geweest zijn,doch
dat de oolitie onoordeelkundig en wreed is opgetreden en 00 die
personen maar losgeranseld is. De hieromtrent hij de politie inge
diende klacht ia zonder meer terzijde gelegd. Hu de Voorzitter
hierover is begonnen te spreken, zou Snreker wel een ernstig on
derzoek wenschen. Het publiek heeft het recht te weten hoe de za
ken staan, aangezien het anders voor een zoodanige bescherming hui
verig zou worden.
De Voorzitter zegt dat het alleen zijn bedoeling is geweest aan
te toonen, dat de nieuwbenoemde agent niet tot bedoelde marechaus
sees heeft behoord. Spreker acht het do'or den heer Busch bedoelde
onderzoek niet noodig. Deze questie is door de Rechtbank voldoende
onderzocht en eveneens bij het honger hemenZijn de desbetref
fende personen van meerling dat de klacht niet in behandeling ge
nomen is, dat kunnen zij zich nog altijd wenden tot den Drccureur-
Generaal
De heer Busch merkt op dat de klacht van den betrokken persoon
nimmer door de Rechtbank is behandeld. Daarom zou Spreker alsnog
gaarne zien, dat een onderzoek werd ingesteld. Spreker wenscht nog
mede te deelen, dat onder bedoelde personen een halve idioot "ris,
die gefouilleerd werd. Spreker, die zioh afvraagt of een agent van
politie geloofwaardiger is dan het publiek, dringt op een onderzoek
aan.
De Voorzitter zegt dat hij geen bemoeienis aangaande deze zaak
meer heeft, daar de klacht destijds is doorgezonden.
De heer Busch zegt dat die klacht niet eens is geaccepteerd.
Deze had rechtens opgezonden moeten worden, doch ze is in den doof
pot gestopt.
De Voorzitter zegt dat ten slotte alles hierop neerkomt dat een
soort insinuatie is uitgesproken over een agent, die tevoren nim
mer is Soest is geweest.
De heer Busch merkt op dat hij gezegd heeft dat deze agent ''ver
moedelijk dezelfde persoon was. Spreker verlangt echter een antwoord
op zijn verzoek om een onderzoek in te stellen.
De Voorzitter bel^aoft tenslotte een onderzoek naar de klacht
te zullen ipstellen.
3 COM?TA.BILITEIT4e afd.nr. 1-2-68 en I-2163).
Vaststelling van een besluit tot wijziging der gemeentebegrooting
1927.
Deze wijziging betreft diverse begrootingsposten 1927 en enkele
vernummeringen der begrootingsposten.
konder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten.
4. BELAST I1TGDH.
Jasts'ceHing van een suppletoii kohier Hondenbelasting 1927»
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het be
doelde kohier vastgesteld tot een bedrag van f
5.VER0RD2HIFG3]?. - HOTOR-en RIJLES-LET- VEGE F. (Ie afd.nr23-1-14)
Vo,scscelling ven besluiten ingevolge de motor-en Rijwielwet1
a.otot geslotenverklaring van wegen in één riohting,
0. tot geslotenverklaring van wegen in beide richtingen,:
Q.tofc indeeling van de gemeentewegen (voorzoover gelegen binnen
de bebouwde kom) in klassen.
In