25 April 1928102.
J.de Goede Sr., Bademakerstraat 25d te Soesterborg vraagt
ontheffing van art.15 der Bouwverordening voor het oprichten van
een vebouw waarin 3 woonhuizen, op een terrein kad.bekend in Sectie
jSf nrs.409-403-213 en 351, gelegen aan den Verlengde Postweg.
Burgemeester en Wethouders stellen voor de gevraagde onthef
fing te verleenen overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in het
advies der betrokken commissie, (nr.4-1-18).
C.A. de Boer te Utrecht vraagt ontheffing van het bepaalde in
de artt. 5,3 en 9 der Bouwverordening voor een op te richten woon
huis op een terrein kad.bekend in Sectie G, nr.3550 gelegen aan den
Nieuweweg.
Burgemeester en Wethouders stellen na advies der Commissie voor
de gevraagde ontheffingen te verleenen mits door verzoeker een ver
klaring van den eigenaar van de achter hot te bouwen perceel gelegen
boerderij wordt overgelegd, waaruit blijkt dat bij dezon geen be
zwaren tegen het stichten van een woonhuis ter plaatse bestaan,
(nr.4-1-15)
J.klapper te Soest vraagt ontheffing van het bepaalde in art.
15 der Bouwverordening ten aanzien van den bouw van 4 winkel
huizen onder één kap aan de VredehofstraatOvereenkomstig het ad
vies der betrokken commissie stellen Burgemeester en Wethouders
voor afwijzend op het verzoek te beschikken, (nr.4-1-26).
Be heer Busch zal betreffende de aanvrage van den heer van
Lint gaarne vernemen of destijds dezelfde aangevraagde ontheffing
geweigerd is, en zoo Ja om welke redenen.
Wethouder Koenders zegt dat hem van vorige aanvragen niets
bekend is. Deze zaak die op zichzelf staat, heeft met vorige aan
vragen ook niets te maken.
De heer .Busch zegt dat hij den indruk heeft gekregen dat des
tijds ontheffing geweigerd is. ITu geblekeh is dat meer grond voor
den v/eg is afgestaan dan aanvankelijk was bepaald, wordt voorge
steld wel ontheffing te verleenen. Spreker, die niet kan tolereeren,
dat van Lint meer grond is afgenomen dan rechtmatig wa3stolt voor
een schadeloosstelling te geven van f 1,- of f 0,50 als tastbaar
lewijs voor geleden schade.
Be Voorzitter kan niet mededeelen of indertijd reeds een ver
zoek om ontheffing is ingekomen. Spreker weet echter wel dat bij
den dwarsweg teveel grond van Van Lint is afgepaald door de gemeente.
Van Lint heeft te kennen gegeven dat hem door het verleenen der ont
heffing de schade voldoende vergoed zou zijn.
De heer Busch zou gaarne zien dat de Baad zijn leedwezen uit
spreekt over vroegere fraudeering en dit ter kennis zal brengen aan
Van Lint, en hem verder een schadevergoeding toekent van f 1,- of
f 0,50 als blijk dat de naad niet accoord gaat met een dergelijke
handeling. Be gemeente-architect heeft hier fout gehandeld.
Wethouder Koenders geeft als zijn indruk te kennen dat een en
ander op een vergissing berust. Er is destijds gezegd dat in 'truwe
'f- Veter noodig was, hetgeen 3 Meter moest zijn de gemeente kon
nemen wat ze noodig had.
v -P+"06 kQQr Grootewal meent dat van Lint wel destijds gereclameerd
heeft, maar niet op de juiste Y/ij ze. Waar de gemeente 50^ meer
Sn genomen dan afgesproken was, is er een grove fout gemaakt.
»e 3luit zich bij het voorstel van den heer Busch aan. Het is
!atn ?ez!(aar dat de gemeente erkent dat er een fout is gemaakt, en
ais °lijk daarvan een schadevergoeding v/ordt toegekend,
ironri 8 orzi"kter zegt dat bij uitmeting gebleken is dat er teveel
was afgestaan. Spreker (heeft er geen bezwaren tegen dat de
Baad