23 Mei 1928 121. "bestuur is aansprakelijk voor het werk van zijn ambtenaren. De heer Busch vraagt of het niet verstandig zou zijn Vos te hooren hij aanwezigheid van den heer van Vliet.Het gaat om de vraag, ligt de schuld hij den notaris, hij Vos, of hij de Gemeente. De Voorzitter zegt van meening te zijn dat de toezending van het raadsbesluit aan den notaris de opdracht was tot het passeeren der akte De heer Dammers zegt dat hij hem geen fout is gemaakt. Was deze fout door hemzelf of door zijn kantoor gemaakt, dan zou Spreker dadelijk de kosten vergoeden, en behoefde deze questie niet in den Raad te worden besproken. De heer van Klooster gelooft dat hier een misverstand is.Werd, evenals vroeger, aan den kooper vanwege het gemeentehuis be:qi-eht ge zonden van het Raadsbesluitdan zou in dit geval de man aansprake lijk zijn. Vos heeft echter geen onmiddellijk bericht gekregen. De fout ligt niet op het kantoor van den heer van Vliet. Tegenwoordig wordt het raadsbesluit' aan den notaris gezonden en niet meer aan den kooper.Tengevolge daarvan is het misverstand ontstaan. Spreker zou deze vroegere regeling ook thans weer gaarne toegepast willen zien. Er is thans een samenloop van omstandigheden waardoor Vos de gedu peerde is. Spreker veronderstelt voorts dat uitkeering van een der gelijke schadeloosstelling wel niet goedgekeurd zal worden door Ged. Staten, hetgeen indertijd ook met de kolengeschiedenis* gebleken is. De heer van Doorne zal deze beslissing dan afwachten. Hier is een fout gemaakt, en door den Raad is deze dan erkend. De heer Hilhorst kan zich grootendeels aanpassen aan het gezegde van den heer van Klooster. Spreker wil ook de vroegere regeling in voeren. De koopeFTrkan dan de noodige maatregelen nemen. Miemand kan thans beschuldigd worden; het ligt aan de maatregelen. De Voorzitter acht dergelijke maatregelen niet noodig. Er wordt van te voren reeds een voorloopige koopovereenkomst opgemaakt, zoo dat den kooper tooh een en ander bekend is. De heer Grootewal is van meening dat de kooper toch werkelijk bericht dient te hebben. Wij moeten thans de eerlijkheid betrachten en schuld erkennen. De consequentie moet aanvaard worden en de scha devergoeding gedragen. Te heer, den Bliek vraagt wat de bedoeling is van de verzending van het raadsbesluit aan den notaris. Waar de notaris zoo straks gezegd heeft dat ieder vrij is in de keuze van notaris, vraagt Spreker zich af waarom wel bericht werd gezonden aan den notaris en niet aan den kooper .Stuurt de gemeente geen bericht aan den man, dan treft dezen geen schuld. De Voorzitter zegt niet te kunnen inzien, dat de gemeente een be paalde schuld heeft. Het raadsbesluit wordt den notaris toegezonden, hierin ligt de opdracht, die uitgevoerd moet worden. De aanduiding ^•vos, pensionhouder te Soest is ook duidelijk. De heer Grootewal meent dat de gemeente wel degelijk schuld heeft. Hier is verkeerd gehandeld, hier was een verkeerde opvatting bij het gemeentebestuur,. Wanneer we dat erkennen, erkennen wij dat er iets niet in den haak. is. De heer Busch vraagt den Voorzitter of hij in principe bereid is schadeloosstelling uit te keeren. Do Voorzitter zegt dat er bij de gemeente geen schuld ligt.Een schuldgrond kan men niet als basis nemen,voor de uitbetaling van het bedrag. Alleen zou men uit moreele overwegingen de schadeloostelling kunnen uit keeren.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 278