26 Juni 1928139. Alvorens over te gaan,zegt Spreker ,tot de officieuze raadsver gadering waarin "behandeld zal worden speciaal de geschiedenis van het grondbedrijf van zijn oorsprong af tot nu toe, en in verhand daarmede ook het beleid van de personen die de technische en administratieve leiding gehad hebben, zou ik gaarne omtrent aen en ander nog een kort woord in het openbaar willen zeggen. De heer Buseh pleegt nog al vaak te zeggen dat men over de per sonen naar het doel moet zien en inderdaad kan dit niet genoeg gezegd worden, "Want wat zien we ook weer hier? Dat een kwestie die door sommigen zelfs als geheel theoretisch wordt beschouwd, als een zaak, die behandeld kan worden zonder dat ook maar een persoonsnaam in het geding wordt gebracht, tot een zuiver per soonlijke wordt gemaakt. Er zijn bladen die de lafheid hebben in het openbaar te verkondigen,dat het hier niet gaat om de zaak, maar dat het er om te doen is den heer Van Vliet persoonlijk te treffen. Zelfs heeft men de brutaliteit te schrijven, dat door sommigen haat tegen den heer van Vliet wordt gekoesterd en men dien haat thans wil koelen. Maar waaruit'die haat toch wel voortgesproten is, wordt er niet hij gezegd, wat ook ijioei lijk.kan, omdat van haat of zelfs maar van vooroordeel in het minst geen sprake is. Men gaat nog verder en zegt dat de heer van Vliet ver oordeeld wordt zonder zich te mogen verdedigen, dat hij zich, zoo als De Bode schreef en overgenomen werd door het Soester Nieuws blad zonder protest of verdediging moet laten afmaken. Diezelfde bladen spreken van onrechtvaardige en leugenachtige critiek,ge steund door de gemeente-autoriteiten. Dat laatste is natuurlijk een compliment aan Uw adres. Mijnheer de Voorzitter. Ieder raads lid. die de besprekingen heeft meegemaakt over dit onderwerp weet echter, en daarom zeg ik dat hier met nadruk in het open baar, dat wij alle zonder uitzondering den heer van Vliet de ruimste mate van verdediging hebben gegeven, niet alleen schrif telijk, maar ook mondeling .Wij hebben voorgesteld de kwestie van het beheer, in officieuze vergadering te behandelen juist om weg te nemen dat de betrokken persoon ook raaar eenigermate reden tot klagen zoude hebben. In een geheime vergadering kan hij vxy. Uit spreken, in een openbare zou hij zich wellicht niet z.oo vrij voelen. Daarenboven hebben wij willen voorkomen, dat men in de behandeling van deze zaak een soort publieke vermakelijkheid zou zoeken, terwijl ten slotte het toch ook niet meer een eisch van- kiesheid tegenover den betrokkene is, hem niet in het openbaar te ondervragen. Dit zijn onze motieven geweest, maar daar wordt thans weer van gemaakt, dat de heer van Vliet zonder verdediging moet getrapt worden. Welnu, Mijnheer de Voorzitter, laat de heer van Vliet zich uitspreken, laat hij beslissen of de kwestie van het beleid en het beheer zal behandeld worden in geheime of in openbare vergadering. En dit dus in de eerste plaats om hem zelf de gelegenheid te geven zich in het openbaar te verdedigen, ver volgens om het publiek en de pers zelf: te laten oordeelen of de wijze waarop de zaak behandeld wordt getuigt van eenig antipathie of haat, en ten slotte oê^&Bhterklap en kwaadsprekerij omtrent de houding van een onzer in deze zaak den kop in te drukken. Mijns inziens is juist door het geschrijf van de partijgenooten van den heer van Vliet openbare behandeling EISCH geworden. De redenen, die ons geleid hebben tot geheime vergadering en die getuigen van respect ten opzichte van den persoon van den direc teur van het grondbedrijf, die redenen tellen niet meer mee, daar ze in het niet zinken tegenover de lasterlijke wij ze waarop ons

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 314