--- 9 Juli 1928 --- 151. naar aan de afd. ComptabiliteitHet is B. en W. nl, gebleken dat er aan die afdeeling veel stagnatie is wegens den grooten achter stand, Spreker deelt mede, dat o.a. op afdoening wachten de reke ning van het Wegenfonds 1927, de stichtingsbalans en de balans 1927 ran het Gasbedrijf, Verder moeten de balansen van het Grondbedrijf van 1924 tot nu toe opgezet worden, de administratie van het Grond bedrijf, het beantwoorden van vragen van Ged,Staten over de gemeen te-rekening 1925 en 1926, Voorts wacht nog op afdoening een water- leiding-kwestieterwijl-.straks de nieuwe begrooting opgemaakt jnoet worden. In verband hiermede is een tijdelijk ambtenaar aan die afdeeling voor 3 a 4 maanden noodig. Voorgesteld wordt het sa laris te bepalen op een maximum van f 2000,- berekend per jaar. De heer Grootawal vraagt of de verschillende ambtenaren wel kunnen worden beschouwd als ambtenaren die hun salaris eigenlijk wel verdienen. Het is Sprekers bedoeling niet om de ambtenaren in t publiek een hak te zetten, maar Spreker wil gaarne vernemen of de ambtenaren een salaris ontvangen, dat in overeenstemming is met hun geschiktheid* Doet een ambtenaar zijn plicht, dan zal Spreker steeds een voorstander zijn om een goed salaris toe te kennen of zelfs een verhooging daarvan. De krachten moeten evenredig zijn aan de salarieering. Zijn er echter ambtenaren, die een te hoog salaris hebben naar gelang der arbeidsprestatie dan is Spreker voor vermindering of desnoods ontslag. Spreker zal daarom gaarne van den Voorzitter vernemen of alle ambtenaren inderdaad gesalarieerd worden 1 naar hun werkelijke bekwaamheden. De Voorzitter zegt dat de nieuwe salaris regeling in handen van de desbetreffende commissie is. De heer Grootewal vraagt of het voorstel een gevolg is van extra veel werk of van het feit dat er ambtenaren zijn die niet ge schikt voor hun werk zijn. De Voorzitter zegt dat de achterstand grootendeels ontstaan is door meerdere werkzaamheden. Indien blijkt dat deze afdeeling te zwaar belast is voor 2 ambtenaren, zal den Raad een crediet gevraagd worden voor een derden ambtenaar. De heer Grootewal heeft echter vernomen dat juist de afdeeling Comptabiliteit bestaat uit ambtenaren, die niet alle bekwaam zijn. Spreker acht een ernstig en diepgaand onderzoek gewenschtVolgens door Spreker verkregen inlichtingen zijn er ambtenaren, die hun sa laris niet verdienen. De Voorzitter zegt nogmaals dat de salaris regeling in handen eener commissie is. Uit de daarbij door B. en ingediende voor stellen kan men reeds conclusies trekken. De heer Grootewal zal tegenstemmen, tenzij hij een bevredigend antwoord van den Voorzititer krijgt. De heer Busch is ervan overtuigd dat de desbetreffende afdee ling overladen is met werk. Zulks is echter niet een gevolg van achterstand, maar omdat er sommige ambtenaren zijn die niet bekwaam zijn. De commissie kan zich er absoluut niet mee bemoeien of een ambtenaar werkelijk zijn salaris verdient. Zulks kan alleen beoor deeld worden door 3, en en den Secretaris. Spreker wenscht een duidelijke uiteenzetting omtrent een en ander. De Voorzitter zegt: U heeft de meening van B. en W. kunnen zien in het ontwerp-salarisverorüening. Er zijn op t oogenblik werkzaam heden, die verricht moeten worden. Er is een vermeerdering van werk, leder oogenblik komen er vragen van raadsleden binnen, die beant woord moeten worden. Een en ander vereischt veel werk.Tijdelijke voorziening is noodzakelijk. De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 338