2 October 1928--
183.
,ei!1 veel over deze zaak te zeggen, wijst alleen op de eigenaardig
heid dat in Maart j1een aanvraag werd ingediend tot uitbreiding
£er -^eisjesschool en dat de Raad toen besloot zijn roede-werking te
yorleenen. Spreker had gedacht dat de Raad tusschen het besluit van
[aart en het thans aangeboden besluit tot wijziging der ^begrooting,
ok de cijfers zou zien. Eerst zou tot uitbreiding met één lokaal
forden overgegaan, daarna met twee lokalen, terwijl er nu later nog
feer centrale verwarming en een spreekkamer voor het hoofd bijkomt,
let ware wenschelijk geweest dat de Raad op de hoogte geweest was
ran de cijfers. Spreker hoopt dat in de toekomst een ander houding
sal v/orden aangenomen,
De Voorzitter zegt dat men een scheiding moet maken betreffende
le zaken, die voortvloeien uit de L.O.wet en de Gemeentewet. Art,72
Ier L.O.Wet bepaalt dat een aanvrage om stichting of uitbreiding van
lijzondere scholen tot den Raad gericht moest v/orden. Dit college
soet binnen 3 maanden beslissen, terwijl de medewerking alleen dan
in worden geweigerd, wanneer niet aan de in art ,73 omschreven ver-
eischten is voldaan. De verdere uitvoering is geheel aan Burgemees
ter en Wethouders opgedragen. De Raad heeft alleen zeggenschap over
ie begrootingswijziging. De beginselverklaring is nu door den Raad
Hn Maart aangenomen, zoodat de verdere uitvoering bij B.en is.
)p de oorspronkelijke begrooting is reeds een bedrag van f 4000,- be-
iuinigd. Du komt het financieele deel in behandeling, dat niet bij
le eerste aanvraag behandeld kon worden.
De heer van Klooster gelooft dat de Voorzitter hem niet juist
leeft begrepen. Spreker, die niet wil beweren, dat 13, en W, onwet-
;ig gehandeld hebben, moet er toch even de aandacht op vestigen, dat
iet Schoolbestuur den Raad geen medewerking heeft gevraagd voor
lichting van een kamer voor het hoofd, en aanleg van centrale ver
arming, Spreker zegt nogmaals dat hij het eigenaardig vindt dat een
m ander den Raad niet is medegedeeld; formeel acht Spreker deze zaak--
lok niet geheel juist. Er is meer gegeven dan er gevraagd is,
De heer Busch, die meent dat B, en W„ in dit opzicht- geen ver-
rijt treft, zegt den heer van Klooster te begrijpen dat deze be
roert dat de z.g. begrootingskosten tamelijk overschreden zijn. Het
lidient aanbeveling dat 3, en W. in den vervolge met de gemaakte
opmerking rekening houden. Hac'. het college van zekere zijde geen tip
■had, dan zou het nog meer toegestaan hebben. Het komt Spreker ge»
enscht voor dat dergelijke zaken goed onder de loupe genomen worden
Wethouder Endendijk betoogt dat indien de Raad eenmaal in prin-
Ipe een besluit tot medewerking genomen heeft, de verdere afdoening
innen het raam der zaken van B„ en W. behoort. Zelfs het brengen van
Hziging in het bestek behoort tot de bevoegdheid van B, en W. De
et regelt dienaangaande een en ander, Spreker kan zich wel vereeni-
en met de redeneering van den heer van Klooster, dat het "niet
Kdig" geweest is dat B. en geen mededeeling van de -cijfers aan
en Raad hebben gedaan, ^n dien vorm had een en ander medegedeeld
finnen worden, ofschoon de Wet zulks niet verplichtend stelt.
Zonder hoofdelijke stemming worden hierna de desbetreffende
esluiten vastgesteld,
3MPTabiXiIÏÉIT4e afd,nr. 4-3-33)
Vaststelling van een besluit tot belegging van gelden,]
Eit besluit bedoelt de belegging van een bedrag van zoc\ na
■°gelijk f 1000," door aankoop van obligatiën van geldleeningen ten
Ptc: van den Staat der Nederlanden, van Nederlandsch Indiëyan een
•"^vincie en/of van gemeenten, met^ruiteond.enrüa/j van de gemeent.