28 November 1928
230.
De Voorzitter "brengt eerst het reglement op de Werkver
schaffing in "behandeling.
De heer Busch zegt enkele opmerkingen te hebben. Het be
treft slechts een enkele kleine correctie en aanvulling, zoo
dat er geen financieele ommekeer ontstaat. Spreker heeft met
den heer de Bruijn het reglement nog eens in denbreede bespro
ken, als gevolg waarvan thans enkele wijzigingen voorgesteld
worden, om aan de wenschen van de organisaties tegemoet te
komen. Zoo stelt Spreker voor .in art02 lid 1 in den laatsten zin
achter het woord "kan" te lezen de woorden "naar het oordeel der
Commissie". ïfr zullen zich toch gevallen voordoen dat er inwo
ners van Soest pogingen gedaan hebben Om elders werk te vinden,
hetgeen b.v. niet gelukt is. Ze hebben hun wil getoond om werk
te zoeken, maar zijn genoodzaakt weer terug te komen. Het kan
dan gebeuren dat de buiten de regeling vallen, hetgeen onbillijk
zou zijn. Daarom dient men in dergelijke gevallen af te wijken
van die bepaling. De organisaties wilden inplaats "twee" jaar
lezen "één jaar", waarmede de commissie niet accoord kon gaan.
Spreker acht het zeer noodzakelijk dat afY/ijking mogelijk zal
zijn"naar het oordeel der Commissie."
De Voorzitter zegt dat het reglement zegt dat in bijzondere
gevallen van de bepalingen kan worden afgeweken. Ter uitvoering
van het Haadsbesluit zullen B, en W. hieromtrent moeten beslis
sen, Als vanzelfsprekend zal de commissie dan toch wel gehoord
worden.
De heer Busch stelt vervolgens voor in art.2 lid 4 inplaats
van "op den tweeden Maandag" te lezen "één week", en inplaats
van "op den derden Maandag" te lezen "twee weken na hunne in
schrijving". Volgens de thans voorgestelde regeling loopen de
menschen te lang thuis zonder eenige oenten. Bij art,5 stelt
Spreker voor inplaats van "dagloon" te lezen "weekloon"en in ver
band daarmede de loonbedragen te wijzigen. Deze wijziging konrt
Spreker gewenscht voor daar de werkweek i/Tordt uitbetaald voor
Zes geheele dagen. Voorts ?/il Spreker voor de Chr.feestdagen
geen "stembedrag" uitkeeren, zooals thans voorgesteld v;ordt
maar een "loonbedrag". Verder acht Spreker het gewehscht dat de
Katholieke arbeiders tijdens de Katholieke feestdagen ook loon
uitbetaald krijgen, en dat dit in het reglement geregeld wordt.
WethoudersKoenders zegt dat in de werkversohaffingsperiode
geen Katholieke feestdagen voorkomen.
De heer Busch stelt voorts voor in art.8 achter het woord
"verzekerden" te lezen de woorden "die hun werkloozenkas hebben
uitgetrokken of niet trekkende zijn". En verder een nieuw arti
kel 8a in te voeden waarin geregeld wordt dat de uitbetaling
zal geschieden door tusschenkomst van de organisaties.
De heer van Klooster zegt naar aanleiding van het voorstel
van den heer Busch om tijdens de Katholieke feestdagen door te
betalen, dat wel degelijk door zijne fractie aan deze feestdagen
is gedacht, doch tijdens de werkverschaffingsperiode komen die
feestdagen niet voor. Spreker deelt dit mede. aangezien men an
ders zou kunnen veronderstellen dat niet aan'die feestdagen was
gedacht. Ten opzichte van het voorstel van den heer Busch om
het woord "dagloon" in "weekloon" te veranderen, wil Spreker op
merken dat zulks niet mogelijk is daar er menschen zijn, die 4
dagen van de week werken, nl. de kostgangers.
Wethouder Koenders merkt op dat de door den heer Busch
voorgestelde wijziging in art.2 lid 1 bezwaren zal opleveren in
o praktijk. Wanneer een aanvraag bij B, en W binnenkomt, zou de