10 December 1928261. Wethouder Endendijk licht nader toe dat notaris Dammers het gewenscht vindt dab nog heden 6 leden door den xiaad gekozen worden, opdat de Raad van Coijunisgarissen samengesteld kan worden, zulks in verband met dc omstandigheid dat de slagersvereeniging te doen heeft met een faillieten boedel» Het is de bedoeling dat het aangekochte perceel zoo spoedig mogelijk wordt aanvaard» De heer Doorman vraagt den Voorzitter of er reeds een voor dracht bekend is. De heer de Bruijn uit de wenschelijkheid dat alleen raadsleden, en geen wethouders worden aangewezene De Voorzitter zegt ook reeds in de vergaderingen van B. en W. den wensch geuit te hebben om geen wethouders in aa.nmarki.ng te laten komen. Ter voorkoming van conflicten is het volgens Spreker-.ge- wenocht dat de Wethouders geen commissaris-zetel bezetten. Hierna wordt overgegaan tot aanwijzing van 6 personen, waaruit 3 commissarissen zuilen worden benoemd, De heeren de Bruijn en Pronk worden door den Voorzitter aange wezen tot stemopnemers Bij de eerste stemming worden 5 personen aangewezen,die de volstrekte meerderheid hebben verkregen, r,1de heeren van Doorne met 12, Busch met 11, den Bliek met. 9, var Klooster met 9 en Hoen ders met 7 stemmen. Voorts verkregen de ho-eren Endendijk 6. Hil- horst 1, Gasille 6; Doorman 5, Grootewal 6, de Bruijn 3, van den Breemer 2, en Pronk 1 stem, De heer den Bliek vraagt nu of beslist is dat de Wethouders al dan niet aangewezen kunnen worden. De heer van Doorne zegt dat er iets voor en iets tegen is. Men kan er vcór zijn., omdat de wethouders alles weten, maar men kan er tegen zijr. ter voorkoming van mogelijke conflicten. De heer Busch is het met den Voorzitter eens dat de Wethouders geen functie van Commissaris dienen te vervullen. Op grond van re delijkheid behocren zij geen commissaris te zijn. De Voorzitter stelt dan voor bij stemming uit te maken of de wethouders een commissaris-ze tel mogen bezetten. Bij deze stemming blijkt dat 4 leden, n.l.de heeren Pronk, van den Breemer, van Doorne en Hilhorst voorstanders zijn dat de wet houders een commissariszetel bezetten. De heeren Endendijk en Hoen ders onthielden zich van stemming, terwijl de overige 7 leden tegen stemden. De heer Doorman zegt het in verband met deze stemming wensche- lijk te vinden dat Wethouder Hoenders bedankt. De heer den Bliek zegt dat hij te goeder trouw heeft aangenomen dat de Raad accoord zou gaan met hetgeen door den Voorzitter naar voren is gebracht omtrent het niet bezetten van een commissaris zetel door de Wethouders. Bij Spreker is de gedachte levend gemaakt dat hier een stemming zou plaats hebben buiten de wethouders om. Wethouder Hoenders zegt dat nog lang niet vaststaat of hij wel tot commissaris zal worden aangewezen. De hoer Gasille vraagt of in verband met deze laatste stemming dat de Wethouders geen zitting mogen hebben als commissaris, de eerste stemming niet geroyeerd moet worden. Wethouder Hoenders verzoekt hierna schrapping van zijn naam. Hierna wordt alzoo overgegaan tot aanwijzing van nog 2 per sonen. Bij stemming wordt aangewezen de heer de Bruijn met 8 stemmen. Verder verkregen de heeren Doorman 6, Gasille 3, Grootewal 3, van den Breemer 2, Hilhorst 2, en Pronk 2 stemmen. In verband met deze

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 558