19 Januari 1928 -
31.
toesluit zouden medewerken«Hoewel we thans voor moeilijkheden zit
ten, verheugt het Spreker toch eigenlijk wel dat deze toestand is
ingetreden. We zijn thans tot de volle overtuiging gekomen dat de
regeling op een dergelijke wijze niet meer uitgevoerd kan worden,
hoewel het Spreker ook zeer spijt dat de tegenwoordige loonen voor
de mensohen niet meer te handhaven zijn. We zijn thans vast geloo-
pen en er staan nu twee wegen open. 17u kunnen we wel de gewone
loonen geven, maar niemand kan zich daarvoor verantwoordelijk stel
len over deze periode. Voorzoover het crediet toereikend is, kun
nen Burgemeester en Wethouders door gaan, en inmiddels kunnen zij,,
die in deze vergadering overtuigd zijn dat door voeling te houden
met G-ed.Staten veel te toereiken is, zich jrot dat College wenden
■aar dan loopen toch de arbeiders de kans, dat de werkverschaffing
over 3 weken afgeloopen is. Wordt geen goedkeuring van Ged.Staten
verkregen, dan kunnen Burgemeester en Wethouders immers geen stap
verder gaan. Spreker hoopt dat we het volgend jaar niet voor een
zelfde geval komen te staan Wanneer de middelen het niet toelaten
moeten we ook den moed lebten om te zeggen? het kan niet. Spreker
zag door overleg gaarne weer een toesluit genomen met algemeene
stemmen. Wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders afge
stemd, dan staat toch voor de voorstanders de gelegenheid open zich
tot Ged.Staten te wenden om zich op de hoogte te stellen» Spreker
meent dat de debatten over deze zaak, die zoo van alle kanten toe
keken is, thans gestaakt moeten worden. Men kan het loop op de
zelfde regeling uitkeeren, hetgeen dan nog 2 a 3 weken zou kunnen
geschieden en dan z-cu verder toesloten leunnen worden hoe te handelend-
De Voorzitter leest daarna een ingekomen schrijven voor van de
afdeeling Soest van den Algemeenen ïfederiandschen Bouwvakarbeiders-
bond, waarin aangedrongen wordt de bestaande regeling te handha
ven. Dit adres is namens dien bond door den heer van Eek ingediend
en nader bij Spreker mondeling toegelicht. Voorts leest Spreker
de motie voor welke dooi" de gecombineerde arbeidersorganisaties
in eenprotestvergadering op 18 Januari j.i. is aangenomen en waar
bij met nadruk verzocht wordt de bestaande regeling en de daardoor
ontstane rechten te handhaven en ui: te voeren,
De heer Busch zegt dat in het schrijven, nog staat het woord
"eerlijk0 uit te voeren. Dit woord is door den Voorzitter niet
voorgelezen.
^De Voorzitter zegt juist, en merkt op dat uit deze opmerking
blijkt dat de heer Busch de motie gesteld heeft,en weer geïnsinueerd,
heeft dat Burgemeester en Wethouders niet eerlijk uitvoeren.
De heer Busch die moet constateeren dat het woord "eerlijk"
m het schrijven staat en dit niet door den Voorzitter werd voor
gelezen, protesteert hiertegen. Spreker is geenszins van plan de
insinuaties van den Voorzitter goed te vinden. Hij zeg: den stel
ler der motie niet te zijn.
De Voorzitter verzoekt niet geïnterrumpeerd te worden. Hij
heeft ook het recht om door te spreken. Voorts merkt hij op dat
oor den heer van Klooster terecht gezegd is dat men niet verder
gaan dan 3 weken. Spreker blijft op het standpunt staan, dat
waar hier geen begrooting en derhalve geen post is, Burgemeester
n wetnouders niet langer kunnen doorgaan dan hoogstens 3 a 4
"?e zaa"'c moet dan stopgezet worden. Zoolang een en ander
Wp+v, en formeel is vastgelegd, kunnen Burgemeester en
^houders de verantwoordelijkheid niet dragen. De Raad kan de
rantwoordelijkheid van Burgemeester en Wethouders niet verder
oopn fGr,e-tc":en* Waar er niets is, kan geen enkele persoon wie dan
als Wethouder de verantwoording dragen,
Je e Heer den Bliek vraagt, wanneer men aanneemt dat de Wethouders
Hit eran^w°Qr^elijkheid niet kunnen dragen of dan het parlementair
en niet eischt dat zij hun mandaat ter beschikking stellen.
Hier