19 Eehruari 1929 42. Ha heropening deelt wethouder Endendijk mede, dat van een ingezetene der gemeente voor diens rekening aan 50 arme gezinnen gedurende 3 weken 4 maal 2 pond spek en 2 maal 2 pond erwten en hoonen kan worden verstrekt. Voorts is van andere zijde 25 pond spek ter uitdeeling ontvangen. De heer Grootewal voelt zich geroepen mede te deelen dat hij overtuigd is dat door den wethouder en de betrokken ambtenaren al het mogelijke is gedaan tot het komen van plannen inzake school- bouw te Soesterberg. De meest mogelijke spoed is in deze betracht. De heer van Doorne zegt tot den heer de Brüijn dat deze voor een wethouderszetel werd aangezocht, omdat men hem kent als iemand die niet voor de antithese is; men wist dat hij de gemeentebe langen voorst ondterwijl de heer Endendijk een oude politieke rot was. Daarom werd nieuw bloed verlangd. Hier wordt dus het te genovergestelde bedoeld wat door den heer de Bruijn gezegd is. De heer Gasille zegt dat het voorstel van den heer de Bruijn inzake de salarieering een heele consternatie heeft teweeggebracht. Spreker kan het natuurlijk billijken dat men met een voorstel komt, maar het ging meer om de houding der wethoudersTen opzichte van het voorstel tot verhooging van de jaarwedden der Wethouders, zegt Spreker, dat hij de wethouders heeft genomen, zooals zij daar zit ten. Spreker merkt voorts nog op dat er verschillende klachten zijn omtrent het verzorgen van het brandweermateriaal door den heer Djicendaalin verband met diens minder technische kennis. Spreker hoopt dat een en ander de aandacht van B. en W. heeft. De Voorzitter zegt dat hieraan de noodige aandacht zal wor den geschonken. De heer Busch zegt te willen corrigeeren hetgeen hij gezegd heeft over de openbare school te Soesterberg. Spreker dacht dat deze zaak reeds langer in behandeling was, daar het terrein reeds lang was gekooht. Spreker zegt nogmaals inderdaad van meening te zijn dat links een zetel in het College moet hebben. Het was niet' zijn bedoeling om smalend te spreken. Ten opzichte van het gezegde van den Voorzitter betreffende de kar in de modder, merkt Spreker op dat als een kar in de modder zit-, de voerman niet kan rijden, zoodat men dan een slechten voerman heeft getroffen en deze wegge trapt moet worden.Spreker weet wel dat de wethouders gewerkt hebben maar ze zijn groot in nietigheden en klein in grootheden. Spreker twijfelt niet aan de goede bedoelingen, die bij de heeren voorzit ten» Spreker heeft niets tegen de Katholieken, maar wel tegen de uitwassen. Voorts wil Spreker nog opmerken dat de verbeterde admi nistratie ook is gevolgd door kritiek, die ook wel iets gunstigs naar voren kan brengen. Spreker heeft nimmer de bedoeling om be paalde personen te treffen. De geheele Haad behoort eigenlijk una niem achter het college te staan. Men moet nieuwe dingen scheppen. Een zetel van links hoort thuis in het dagelijksch hestuur. Ten op zichte van de gegevens van het Gasbedrijf merkt Spreker op dat hij feze niet had verwacht, omdat de gegevens zijn zoekgeraakt. Bij on derzoek bleek dat een kast in het kantoor van het gasbedrijf op een vuilnisbelt geleek. B. en W. kunnen niet voor alles verant woordelijk zijn. Daarom moeten er goede ambtenaren zijn en dienen de 3alarissen op peil te worden gebracht. De heer van Klooster heeft wel gezegd dat het lang geduurd heeft voordat de regeling aangeboden werd, doch Spreker heeft alles moeten uitwerken waaraan veel tijd verbonden was. Men moest echter zooveel vertrouwen in de commissie hebben, dat men met de voorstellen accoord kon gaan. Het 1s compromitteerend dat men nu met aparte voorstellen komt. Het is hier

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 120