20 Eebruari 1929 62. bedrag van plm. f 4000,- lcomt, zoodat deze post dan zal Toedragen rond f 18.000,- Verder zullen de onkosten verkonden aan de terugbe taling der"lTavorderingskelasting" naar Sprekers opvatting ook min der zijn, tengevolge waarvan hier een meevaller is te koeken van f 2800,-; derhalve wordt de post "Onvoorzien" rond f 20.000,-. Dit bedrag is s.i. vrij hoog te noemen en het komt Spreker voor dat een groote post "Onvoorzien" niet leidt tot zuinig beheer in komende jaren.Spreker handhaaft zijn voorstel om de opcenten op de Vermo gensbelasting te halveeren. Het gaat om een bedrag van f 6750,- nl de helft van f 13.500 daar de overige f 1500,- op het volgende dienstjaar komt. Spreker vestigt er ten slotte nog nadrukkelijk de aandacht op dat de heffing der opcenten ter dekking van een tekort in ontvangsten der "Inkomstenbelasting" van vroegere jaren een grove onbillijkheid was. De Voorzitter merkt op dat ook de kwade posten over 1928 kun nen tegenvallen, zoodat in 1929 misschien nog wel dekking moet worden gevonden. Het is mogelijk dat er eenige speling is in de op brengst der opcenten grondbelasting (gebouwd) doch Spreker ziet in den post Inkomstenbelasting geen speling. Er moge dus eenige speling zijn, maar de post "Onvoorzien" is gering. De gemeente zal in den loop van het jaar voor nog meerdere uitgaven komen te staan. O.a, vraagt de afdeeling Openbare Werken een ambtenaar. Verder is geen rekening gehouden met het eventueel tekort bij het Grondbedrijf. Al die onvoorziene dingen moet den Raad nopen zeer voorzichtig te zijn opdat het evenwicht in de financiën niet wordt verstoord. Het zou een onvoorzichtige politiek zijn om den post Onvoorzien"la- ger te maken. Voorts moet men niet uit het oog verliezen, dat op deze begrooting het belangrijk batig slot 1927 ad f 32.000,- voor komt. Voor de begrooting 1930 kan men een dergelijk bedrag niet missen. De financieele positie der gemeente moet versterkt worden. Daarom moet Spreker ernstig ontraden om aan de opcenten Vermogens belasting te tornen; Spreker wil hier bulten beschouwing laten de kwestie of aan eene verlaging der opcenten goedkeuring zou worden gehecht. Met het oog op de toekomst dient men de heffing dit jaar niet achterwege te laten. Do heei" den Bliek wil, nu dit jaar de opcenten volgens een eerder genomen besluit voor het laatst geheven worden, niet de begrooting in gevaar stellen. Men zou dan een gat krijgen dat weer aangevuld moet worden. Wethouder Endendijk wil nog even onderschrijven hetgeen door den Voorzitter is gezegd omtrent het batig slot 1927 ad f 32.000,-. Het is lang niet zeker dat we dat voorschot weer zullen hebben. In &at licht moet men deze begrooting bezien. Spreker moet verlaging der opcenten Personeele Belasting sterk ontraden. De heer Doorman zegt dat die f 32000,- is voortgekomen uit hoogere opbrengst der belastingen. Juist daarom moet men daarmee de lagere opbrengst weer stoppen. Ook in verband met de toekomstige jegeling der financieele verhouding tusschen Rijk on Gemeente wordt de toestand optimistisch. Voorzitter zegt dat als men die f 6000,- gaat schrappen, aaar tegenover een inkomstenpost moet staan.Spreker vraagt den heer Doorman of deze zijn voorstel wenscht te handhaven. j I*e_heer Doorman zegt dat hij als hij geen steun vindt in den ■i-iaacL, zijn voorstel zal intrekken. Spreker heeft er de aandacht op willen vestigen dat het naar zijne moening mogelijk is de opcenten te halveeren. De heer van den Broemer, die ook wel voor verlaging is, geeft .in overwoging dit jaar geen verandering in de heffing aan te brengen in

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 160