28 februari 1929 --- 66.
dat de heer Rietveld thans zoo maar wordt voorgedragen, en dat men
tracht om Kuiper "bij het Gasbedrijf er tusschen te schuiven. Spreker
wien het er niet om te doen is, om den heer Rietveld, die goed werk
verricht, tegen te werken, wil voor iedereen de gelegenheid open
stellen om te solliciteeren
De Voorzitter begrijpt de bezwaren van den heer Busch niet, aan
gezien de Raad juist gev/enscht heeft, dat eenig tijdelijk personeel
in vasten dienst zou komen, aan welk verlangen thans voldaan is.
Spreker heeft evenwel geen bezwaar om het voorstel van den heer
Busch in stemming te brengen.
De heer den Bliek vraagt, of de typiste ter Secretarie, d.ie
naar Spreker vernomen heeft, haar werk goed verricht, ook niet voor
een vaste aanstelling in aanmerking moet komen.
De Voorzitter antwoordt hierop den heer den Bliek, dat het
geven van een vaste aa.nstelling aan secretariepersoneel tot de com
petentie van Burgemeester en Wethouders behoort. Spreker wil thans
het voorstel van den heer Busch in stemming brengen.
De heer Busch deelt nog mede, dat totmde personen, die hij wil
uitzonderen van het geven van een vaste aanstelling, ook behoort
de zoon van Gerritse.
De heer Endendijk wil, alvorens tot stemming wordt overgegaan,
de aandacht er op vestigen, dat in de Gas commissieop advies van
den Technisch Ambtenaar, met algemeene stemmen is besloten, Burge
meester en Wethouders te adviseeren den Raad voor te stellen, om
aan de in het voorstel genoemde, bij het Gasbedrijf werkzaam zijnde
4 personen een vaste aanstelling te verleenen.
De heer van Doorne begrijpt niet, waarom de Gascommissie het
oude vriendjes systeem, dat niet bevallen is, wederom heeft gevolgd,
terwijl de Raad reeds eenige malen dit systeem heeft veroordeeld.
Spreker bepleit de billijkheid, om ook menschen, die niet in tijde-
lijken dienst zijn in de gelegenheid te stellen om te solliciteeren.
De heer den Bliek wijst er op, dat hij en de heer de Bruijn
indertijd in de Gascommissie eigeniijk er tegen geprotesteerd hadden
om door een advies, als thans gegeven zou zijn de belofte aan den
Raad te niet te doen. Spreker die niet weet of de notulen van de
desbetreffende vergadering reeds zijn gemaakt, kan zich niet geheel
meer herinneren, wat besloten is.
De heer Endendijk antwoordt, dat in de laatste vergadering,
waarin deze kwestie is besproken, de heer den Bliek niet aanwezig
was, In de vergadering, Y/elke door den heer den Bliek wordt bedoeld,
ging de kwestie alleen over het toekennen van een verhoogd salaris.
De heer Grootewal wil, dat voor goed wordt gebroken met de
oude gewoonte, en is derhalve er voor, dat een oproep wordt ge
plaatst. Spreker steunt het voorstel van den heer Busch.
De heer Hilhorst is verwonderd over de gehouden besprekingen.
Aangezien reeds lang is aangedrongen op het geven van vaste aanstel
lingen aan het z.g, los vaste personeel, had Spreker gedacht, dat
het voorstel van Burgemeester en Wethouders nu met algemeene stem
men zou zijn aangenomen.
De Voorzitter is van oordeel, dat over deze zaak veel te lang
wordt uitgeweidaangezien de te vergeven betrekkingen niet zoo be
langrijk zijn. Spreker meent dat bij eventueele aanneming van het
voorstel Busch, een zelfde gedragslijn zal moeten worden gevolgd
"voor de andere z.g. los-vaste ambtenaren. Ook de heer de Bruijn
verklaart in dat geval de werklieden niet vast te willen aanstellen.
De heer Busch vindt, dat het met de los-vaste werklieden een
andergeval is. Aan hem is meermalen een vaste aanstelling beloofd,
erwijl de door hem genoemde 3 personen er tusschen zijn geschoven.
De