- 20 Maart 1929
99,
het wenschelijk is het overige voorstel te doen cyclostyleeren en
den leden toe te zenden.
De heer Doorman zegt dat, waar hij zelf de beslissing wil
aanvaarden, er hij hem geen bezwaren zijn om zijn verdere voor
stel aan te houden, :mits het spoedig in behandeling komt»
Wethouder Endendijk acht het ook gewenscht het door den heer
Doorman voorgestelde in studie te nemen.
De heer Busch vindt het voorstel van den heer Doorman niet
consequent, n.1. op 't oogenblik te berusten en later te opponeeren.
De heer Doorman herhaalt nog eens dat de begrootingswijziging
192$~ ongedaan gemaakt moet worden, omdat dit besluit verkeerd ge
nomen is
De Voorzitter licht toe dat het voorstel van den heer Door
man niet aanvaardbaar is. Elk dienstjaar wordt beheerscht door
een begrooting en gesloten door een rekening. Men kan bij een be
grotingswijziging 1928 niet tornen aan besluiten van vorige
dienstjaren. Een begrootingswijziging kan toch alleen slechts het
loopende dienstjaar., waarop deze betrekking heeft, beïnvloeden.
Alleen door de vijfjaarlijksche hertaxatie is wijziging mogelijk.
De heer Doorman zegt aangetoond te hebben dat men eigenlijk
niet in hooger beroep gaat. Er is indertijd een fout begaan, en
waarom kan men die niet ongedaan maken bij een begrotingswijzi
ging 1928? Van zekere zijde is Spreker medegedeeld dat GedStaten
wel voor een dergelijke wijziging te vinden zijn. Spreker zegt
dat nergens in d_e Gemeentewet staat, dat zulks niet mogelijk is.
De Voorzitter zegt dat de Gemeentewet hierover wel niet rept,
doch er zijn ook nog Begrootings- en Hekeningsvoorschriften, waar
mede rekening is te houden. Vanneer men een besluit, als door den
heer Doorman bedoeld, zou nemen, zou de geheele administratie
ondersteboven worden gegooid, en dan zou ieder besluit, waarvan
na jaren blijkt, dat de financieele gevolgen, welke men daarvan
gedacht en gehoopt had, niet overeenkomstig de verwachtingen zijn,
door een lateren Eaad die op de zaak een anderen kijk kan hebben,
met één pennestreek geraseerd worden. Waar blijft dan de stabili
teit van de gemeente-administratie. Dit is toch ook zoo bij de
rijksadministratie. Wanneer de regeering een bedrijf opricht, en
dit blijkt niet aan de verwachtingen te voldoen dan aanvaardt zij
de risico's en verwerkt dit in het jaar, waarin dit blijkt.
De heer Doorman kan niet inzien dat zijn voorstel niet aan
vaardbaar zou zijn.
De heer Busch zou dan liever reeds nu in beroep gaan.
De heer Doorman zegt dat we dit thans niet kunnen.
De heer Busch meent, dat waar aan deze zaak niet veel te ver
anderen is, het gewenscht is zoo spoedig mogelijk de Grondbedrijfa-
verordening te herzien.
De heer van Klooster zegt dat over deze zaak al ontzettend
veel gesproken isDaarom zal Spreker er thans weinig van zeggen.
Spreker wil echter even in herinnering brengen dat men het hem
indertijd hoogst kwalijk genomen heeft dat hij zich schaarde aan
de minderheid. Had Spreker gezien dat hier iets viel te rédden,
dan zou hij aan de zijde der meerderheid hebben gestaan, Spreker,
die meent dit naar voren te moeten brengen, zal steeds zijn mee
ning eerlijk blijven zeggen.
Het voorstel van 3. en V. wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen, waarna de Voorzitter den heer Doorman ver
zoekt zijn voorstel schriftelijk in te zenden, waarna dit in een
volgende vergadering behandeld kan worden.