20 Maart 1929 102.
Do heer van Klooster gelooft dat dan in een volgende verga
dering weer een ander adres van belanghebbenden ter tafel zal
komen? Spreker wil liever afstappen van de benaming "Veenhuis" of
"Veenhuizer"
De Voorzitter is van meening dat eigenlijk de benaming
"Adelheidstraat" de voorkeur verdient, indien men tenminste de
straat naar de Kongin-Moeder wil noemen, Spreker zal zich echter
niet verzetten tegen den naam "Koninginnelaan"
Daarna wordt bij stemming uitgemaakt dat de Veenhuizerstraat
in den vervolge genoemd zal worden "Koninginnelaan". Voor deze
straatnaamsverandering stemden 8 leden en 5 leden tegen. Tegen
stemden de heeren Busch, Doorman, de Bruijn, den Bliek en van
den Breemer
Ten aanzien van het overige gedeelte van het verzoek wordt
zonder hoofdelijke stemming besloten adressanten te berichten dat
verbetering van den weg ter hand zal worden genomen, zoodra het
daarvoor henoodigde crediet dooi" Ged.Staten zal zijn goedgekeurd.
56,IMOKi3BL. (4e afd.no.488/1-2)
De Voorzitter brengt vervolgens in behandeling het rapport
van den Secretaris en de verklaring van den heer Monsma be
treffende het verstrekken van inlichtingen aan den heer M.Iburg
De heer de Bruij n zegt in het rapport van den Secretaris ge
lezen te hebben alsof Spreker gezegd zou hebben, dat de heer Iburg
ten gemeentehuize is geweest voor het vragen van inlichtingen van
financieelen aard. Spreker heeft zulks niet gezegd, maar alleen
gevraagd; tusschen zeggen en vragen is een heel verschil. Het komt
Spreker buitengewoon vreemd voor dat deze zaak met zoo'n sisser af*
loopt. Thans blijkt toch immers dat aan een particulier inlichtingen
zijn gegeven, terwijl volgens een indertijd ontvangen schrijven
van Ged.Staten zelfs aan Raadsleden geen inlichtingen gegeven mogen
worden. Mat is hier toch het geval, zegt Spreker, Hier is toegang
verleend aan een particulier, en er is geen contrSle op wat ge
toond is. Aan dergelijke toestanden moet een eind komen. Meermalen
is door den heer van Doome gesproken van een lek, maar dit lek zal
in 't Raadhuis zitten,Hoe kan anders de betrokken persoon aan ver
schillende gegevens en cijfers komen. Het is dan geen wonder dat
men alles weet. Men dient dan ookren ernstig onderzoek in te stel
len naar het lek, dat in het Raadhuis is.
De heer Gasille vestigt er de aandacht op dat de heer Monsma
.voor de gemeente een zeer goed ambtenaar is geweest. Hij was hier
een hoogstaand ambtenaar, en ten onrechte is op hem een blaam ge
worpen. De bladen hebben een relletje van deze zaak gemaakt. Wan
neer men eens nagaat hoe een en ander is geschied, krijgt men een
ander beeld. Op den bewusten avond waren ten gemeentehuize aanwe
zig de Secretaris, en de heeren Monsma, van der V/oude en de opvol
ger van den heer Monsma. De Secretaris heeft toen tegen den heer
Monsma gezegd dat de heer Iburg eenige dagen van te voren inlich
tingen was komen vragen, die hij echter niet geheel kon geven. De
Secretaris heeft toen den heer Monsma verzocht den heer Iburg op
te bellen om die inlichtingen te geven. De heer Monsma mpest dus
voldoen aan de docrr den Secretaris gegeven opdracht. Die inlich
tingen konden niet telefonisch worden afgedaan, als gevolg waarvan
de heer Iburg met toestemming van den Secretaris ten gemeentehuize
is gekomen omstreeks 10 uur 's avonds. Alle door Spreker genoemde
heeren waren ten Raadhuize aanwezig. Vermoedelijk was ook de afd.
Openbare Werken met de komst van den heer Iburg bekend. Na afloop
der