29 April 1929 - 111,
De heer Doorman is van oordeel dat de Schapendrift niet in het
oorspronkelijk plan was opgenomen. Spreker blijft de geheels ge
schiedenis een duistere zaak vinden,
De Voorzitter antwoordt dat een en ander nog eens nauwkeurig
bekeken zal worden.
Zonder hoofdelijke stemming worden vervolgens de ontwerp
besluiten vastgesteld.
63,WEGE1TE0DDS.( 4e afd.nr. 170),
Vaststelling van bedragen over 1929 verschuldigd aan het We
genfonds als kosten voor aanleg en onderhoud van wegen.
Burgemeester en Wethouders brengen onder de aandacht, dat in
vorige jaren een minimum-breedte van den weg van 3 Meter en een
minimumbreedte van den rijweg van 4 Meter werd aangehouden. In
verband met het steeds toenemende verkeer kwam het hun college
wenschelijk voor deze minima-breedten hcoger te stellen en op te
voeren tot resp, 10 Meter en 5 Meter. Als gevolg daarvan daalde
het aantal wegtypes van 13 tot 8 en ondergingen de bedragen voor
aanleg en onderhoud wijziging. Een ontwerp-bes luit tot "vaststel
ling van de bedragen over 1929 "verschuldigd als kosten en onder
houd der wegen wordt ter "vaststelling aangeboden.
De heer Hilhorst zegt bezwaren tegen de vaststelling van dit
besluit te hebben indien het de bedoeling is omfcle bestaande wegen
op de bij het besluit voorgestelde breedte te brengen. Spreker kan
dan ook zijn stem niet aan dit besluit gevendaar het hem niet no-od-
zakelijk voorkomt alle wegen op een dusdanige breedte te brengen,
Fij aanneming zouden 26 wegen op breedte gebracht moeten worden,
waarvan er plm. 6 verhard zijn, zoodat nog 20 wegen in de achter
buurten overblijven. Verbreeding beteekent voorts dat afstand van
meer grond zal moeten worden gedaan, en het betalen van meerdere
kosten aan het Wegenfonds dan vroeger. Het komt Spreker niet nood
zakelijk voor dat alle wegen op een breedte worden gebracht als
die b.v. van de Nieuwesteeg, voornamelijk niet de achterwegen, In
de verre toekomst zouden misschien verschillende wegen, die thans
van voldoende breedte zijn, komen te vervallen. Spreker acht het
wenschelijk dat B.en W. hun voorstel nog eens nader overwegen.
De Voorzitter merkt in de eerste plaats cp dat de Bouwverorde
ning vordert dat de wegen minstens 10 Meter breed moeten zijn,ter
wijl het voorts later zal blijken dat de wegen in de achterbuur
ten, waarover de heer Hilhorst spreekt, te klein zullen zijn.WenshJat
men later verbreeding, dan zal zulks door onteigening veel kosten.
Ook bij de uitbreiding der steden blijkt hoe langer hoe meer dat
juist die wegen, die indertijd voldoende waren, nu niet voldoende
zijn. Als de gemee nfce zich uitbreidt en bewust is van hare ont
plooiing, mogen ook breedere wegen gevraagd worden. Ook op de Bunt
®n in het Veen zullen binnen de eerste 10 jaren uitbreidingen ko
men, en dan zal blijken dat wegen van 6 Meter daar met meer passen.
Spreker is darlapok van oordeel dat een breedte van minstens 10 Me
ter noodzakelijk is
De heer Busch zegt het wel met den Voorzitter eens te zijn,doch
ook is waar door den heer Hilhorst naar voren is gebracht ,n.l.
dat het niet noodzakelijk is alle wegen op een dusdanige breedte
te brengen, Waar deze kwestie ten nauwste samenhangt met het uit
breidingsplan, stelt Spreker voor dit besluit te behandelen bij do
"vaststelling van dat plan. Het wordt meer dan tijd dat het uitbrei
dingsplan eens in den Haad komt, alhoewel Spreker zonder deskun
dige voorlichting, zich niet competent acht dit plan zoo maar te
aanvaarden. Bij de vaststelling van het uitbreidingsplan kan dan
ook tegelijkertijd de breedte der wegen bepaald worden, In verband
met de vestiging is het ook gewenscht dat het 'Uitbreidingsplan zoo
Spoedig mogelijk behandeld wordt, nadat eerst een deskundig advies
zal zij m ingewonnen.Spreker herhaalt nog eens dat hij in overweging
geeft het voorstel terug te nemen en te behandelen met het uitbrei-
dinsplan.