19 Juni 1929 --- 159. pellatie zoodat hij nog oen en ander naar voren wenscht te "brengen. Het verheugt Spreker clat hij gelijk krijgt voorzoover "be treft het door hem "bedoelde feit, dat het krachtens de Wet vereisch- te overleg niet "binnen een maand na de aanvrage heeft plaats gehad Overigens kan Spreker zich voor een groot gedeelte met het verweer van B. on vereenigen. Spreker zegt dat het hem "bevreemdt dat het Bestuur der School de eerste uitnoodiging om overleg te plegen,niet ontvangen heeft. Al meermalen is het gekeurd dat. de "brieven niet op de "bestemde plaats zijn aangekomen, en meestal juist, wanneer het belangrijke zaken betroffen. Spreker heeft iets dergelijks ook mee gemaakt met een oproeping voor een belangrijke vergadering der Werk- verschaffingscommLssieSpreker had wel gaarne gezien dat B. en bij de postadministratie onderzocht hadden waar de desbetreffende correspondentie moet zijn bezorgd. Spreker gaat vervolgens den gang van zaken nog eens na. Het is hem gebleken dat B. en W. voorts 7 mensehen hadden uitgenoodigd om te verklaren of ze hunne handtee- kening geplaatst hadden voor de van der Huchtschool of voor de Engendaalschool .In dit verband wijst Spreker er nog op dat de be stuursleden van de Van der Huchtschool dezelfde waren als die der tegenwoordige Engendaalschool. Waar wel gesproken wordt dat de En gendaalschool een communistische school zoude zijn, wil Spreker even uiteenzetten dat zulks niet het geval is. J5e Engendaalschool is oen eenheidsschoolSpreker, die in principe een tegenstander is van het Bijzonder Onderwijs, ican zich echter met de wijze van werken dezer eenheidsschool vereenigen, zoodat deze school Spreker's volle sympathie heeft. Men moot achting en groote waardeering heb ben voor de humane wijze, waarop deze school hare leerlingen tot ontwikkeling brengt. Het is geen Bijzondere School in den zin der Katholieke en Gereformeerde Scholen; in de Engendaalschool wordt onderricht gegeven om als mensch te leven en te werken. Terugkomen de op het door B. en V, ingestelde onderzoek betreffende de hand- teekeningen, wil Spreker nog opmerken dat het z.i. verkeerd is om al die menschen te ondervragen. Bovendien zijn er wel menschen, die met tvec monden spreken, terwijl het gemakkelijk is een gesprek in een bepaalde richting te voeren. Voorts zegt Spreker dat men over de aanvrage der School niet behoeft te discussieeren, daar de rtaad hier eenvoudig moet slikken krachtens de hem .door de Wet opgeleg de verplichtingen. Daarom wil Spreker er ook geen enkel woord meer over zeggen; hij vindt het echter jammer dat het bestuur der School in zekeren zin eenige tegenwerking bij liet Dagelijksch Bestuur heeft moeten ondervinden. Er was sprake van een niet bepaalde sympathie tegenover de Engendaalschool. Wethouder Endendijk zegt dat de door den heer Busch gegeven voorstelling van zaken niet geheel juist is. In werkelijkheid werden eerst twee lijsten opgemaakt, waarvan er één diende voor de aanvrage van de Van der Huchtschool, en: de andere voor het geval dat de eerste lijst onbruikbaar mocht worden. Met de lijsten is zoodanig gehandeld dat eenige ouders daarmede niet geheel op de hoogte waren. Spreker verklaart dat hij als Wethouder een zeer welwillende houding tegen over de stichting heeft aangenomen. Toen de aanvrage voor de Van der Huchtschool werd ingetrokken, verviel daarmede ook het tweede exemplaar der lijst. Die tweede lijst had dus geen waarde toen een aanvraag van de Engendaalschool binnenkwam. Het bestuur werd ver volgens voor een overleg uitgenoodigd doch versoheen niet, hetwelk van de zijde van het Dagelijksch Bestuur wel wat onbeleefd werd ge vonden, omdat toen niet bekend was dat de uitnoodiging het Bestuur niet had bereikt. Toen het Bestuur niet verscheen, zijn later enke le ouders, die hun handteekening geplaatst hadden, gevraagd om te verschij nen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 374