19 Juni 1929 --- 172.
Zonder loc raad sla ging en zonder hoofdelijke stelling wordt
het voorstel van B, en aangenomen en het desbetreffend "besluit
tot wijziging der gemoentebegrooting vastgesteld.
1117 9 NDE.HWIJ S (le Afd.nr.192).
Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op het Lager
Onderwijs(vacature Mr.J.H. van Doorne)
Burgemeester en wethouders deen de navolgende aanbeveling van
twee "benoembaren:
1van Eek.
2G.Jansen
Zij merken voorts op, dat, ter vervulling van de vacature, en
kel in aanmsrking komen ouders van leerlingen, die op een opeabare
school in de gemeente zijn ingeschreven.
De heer Busch en Gasille vormen op verzoek van den Voorzitter
het stemburéau.
Uitgebracht worden 13 stemmen, waarvan 3 op den heer W.van Eek
en 10 op den heer G.Jansen, zoodat laatstgenoemde is benoemd.
De Voorzitter zegt dat den heer G.Jansen gevraagd zal worden
of de benoeming door hem wordtfc-zir ge nomen.
117."WEGEIT. (le afd.nr.687),
Adres van de Vereeniging "Volks onderwijs" te Soesterberg,ver
zoekende verharding van den Verlengde Schoolweg in verband met de
in aanbouw zijnde C.L.School.
Naar aanleiding van dit adres deelen B. en mede dat zij ,bij
schrijven van 30 Mei j.1. den Directeur van Openbare Werken opdracht
hebben gegeven tot het aanbrengen van een sintelverharding aan be
doelden v/eg, zoodat naar hun oordeel geacht kan worden, dat aan het
verzoek der adresseerende vereeniging inmiddels gevolg is gegeven.
De heer Grootewal vraagt of het niet mogelijk is een betere
verharding aan te brengen dan een sintelverharding, daar de laatste
een groot nadeel kan zijn in den warmen tijd; een sintelweg stuift
dan steeds.
Wethouder hoenders zegt dat een klinkerverharding natuurlijk
het meest gewenscht zou zijn.Deze zou echter te kostbaar worden,
terwijl een sintelverharding over 't algemeen goed voldoet.
De heer Grootewal spreekt nog over een verharding van leem
met grind.
De heer Busch ontraadt een dergelijke verharding.
De heer Grootewal zou toch gaarne in elk geval een verharding
zien van geen zwarte kleur.
Wethouder Endendijk zegt vervolgens nog dat naast den weg zul
len worden aangelegd een fietspad en T/andelpad, zoodat aan het be
zwaar van den heer Grootewal wel voor een groot deel zal worden
tegemoet gekomen, daar de nadeelen van den sintelweg dan tot een
minimum worden terug-gebracht
119 .BOUWPOLITIE3e Afdnrs4-1-149176 en 1-57).
Behandeling van beroepschriften inzake ?/eigering van onthef
fingen van bepalingen der Bouwverordening door B, en W.,t,w.van
C.J.van Oosten, C.v.d.Grift en A.v.d.Broek.
B, en W. wenschen ten aanzien van het beroepschrift van C.J.
van Oosten, in aanvulling van hun schrijven dd. 16 April 1929, 3e
Afd. nr. 4-1-146 nog *p te merken, dat volgens het bepaalde sub V
van art.14 der Bouwverordening eene afwijking van de voorschriften
omtrent zijscheiding ingeval van z.g,gesloten bebouwing, zooals
onderwerpen jk, aan de Van Weedestraat slechts mogelijk is, indien
zij deze afwijking goedkeuren, bij welke beslissing zij nadere
voorwaarden hebben te stellen. Hoe in het betrekkelijk geval zal
gehandeld worden, staat dus geheel ter beslissing van B. en W.en
tegen