24 Juli 1921 --- 180. Ds Voorzitter stelt voor dit voorstel oa advies in handen te stellen van cie Commissie voor het ontwerpen cler Strafverordeningen. De heer Busch is van oordeel dat in deze vergadering wel een ■besluit genomen kan worden. Deze kwestie is urgent. Straks kan de vergadering wel even geschorst Y/orden, teneinde de betrokken 1 Raads commissie gelegenheid te geven advies uit te brengen omtrent dit voorstel. Het betreft slechts oen kleine wijziging van drie woorden, welke gemakkelijk te overzien is. Hot is noodzakelijk dat bedoelde schutting zoo spoedig mogelijk opgeruimd wordt. De Voorzitter voegt hierna het voorstel als punt van behande ling- aan de agenda toe, 126.COMPTABILITEIT.(4e Afd.nr.1-2-213, 21/6.21/16, 21/18,21/20, 21/22, 24/1 en 22/7). Vaststelling van besluiten tot wijziging van gemeente- en be drijf sbe groot ingen. De heer Gasille zegt dat hij gaarne ingelicht wil worden om trent de begrootingswijziging no. 21/18, volgnr.335, "Kosten leggers, en van de schouw op de wegen". Deze post wordt aangevuld met een bedrag van f 225,- wegens toekenning van dat bedrag aan den Opzich ter-teekenaar Meui's voor samenstelling van een nieuwen legger op de wegen. Dit bedrag mocht toch immers niet door B. en V. verleend worden. De Voorzitter antwoordt dat een nieuwe legger op de wregen noo- dig is. Een Commissie, bestaande uit de heeren van Klooster, van den Breemer en J.Vos werd benoemd om van advies te dienen, met als gevolg dat aan den heer Meurs opdracht gegeven werd een legger sa men te stellen tegen .--en honorarium van f 225,- welk honorarium vastgesteld werd door B. en W. in overleg met die commissie. De heer van Klooster zegt dat zulks niet geheel juist is. Het honorarium was reeds van tevoren vastgesteld. Spreker v/il evenwel opmerken dat de heer Meurs het werk in zijn vrijen tijd heeft ver richt; deze heeft er zeer veel werk aan gehad, zoodat het bedrag alleszins_ billijk is. De Voorzitter merkt op dat het honorarium dan waarschijnlijk in overleg metzijn chef geregeld is. De heer G-asille zegt dat zijn protest er tegen gaat dat om trent het bedrag al is beslist vóórdat de zaak in den riaad komt. Het gaat hier dus om het feit dat B. en W. met een aanvrage bij den Haad komen, terv/ijl het bedrag reeds was toegestaan. De Voorzitter antwoordt dat de riaad toch wel weet dat dit werk niet voor niets kon geschieden.Bovendien heeft de Haad de urgentie van deze zaak erkend door een memoriepost dienaangaande op de be grooting te brengen. B. en V. waren van oordeel dat ze wel eenige vrijheid hadden om een billijke belooning toe te kennen. De heer Gasille zegt dat de uitbetaling toch niet zoo'n haast heeft Wethouder hoenders zegt dat het bedrag nog niet uitbetaald is. Wanneer de Haad zich er mede vereenigen kan, is uitbetaling moge lijk. Zonder hoofdelijke stemming worden hierna de verschillende be grootingswi j zigingen vastgesteld. 127COMPTABILITEIT(4e Afd.nr.795). Vaststelling van een besluit tot belegging van gelden. Dit besluit bedoelt de belegging van een bedrag van zoo na mogelijk f 1000,- door aankoop van obligatiën van geldleeningen ten laste van den Staat der Nederlanden, van Nederlandsch Indië, van oen provincie en/of van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten te s-Gravenhagezulks wegens uitloting van een obligatie per 1 Juni

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 396