- 18 September 1929
De Voorzitter zegt dat men "bij elke stemming gele .enheic. heeft
een ander lid te kiezen.
De heer de Druijn zou gaarne zien dat de leden der Einancieele
Commissie zich meer beschikbaar hielden voor de vergaderingen dier
Commissie. Hot betreft hier een belangrijke Commissie, en mochten
do tegenwoordige leden geen voldoenden tijd hebben om de vergade
ringen bij te wonen, dan dienen zij door andore leden vervangen te
worden. Voorts vindt Spreker het beter dat zijn plaats in de Com
missie Werkverschaffing ingenomen wordt door een ander lid, zulks
in verband met het voorstel om den heer Endendijk als Voorzitter*
te benoemen, daar dan twee leden van de partijwaartoe Spreker
behoort, in die commissie zitting zullen hebben.
De heer Busch is van oordeel dat met alle partijen rekening
moet worden gehouden, doch ook moet niet uit het oog worden ver
loren dat in do Commissies kundige leden moeten zitten, omdat de
arbeid der onderscheidene commissies te belangrijk is. Het ver
heugt Spreker dat Wethouder Endendijk als Voorzitter wordt voorge
dragen der Commissie Werkverschaffing, daar deze met die zaken
goed op de hoogte is. Waar do strijd zal blijven loopen over pro
ductief werk en productief loon, en in deze gemeente ook steeds al
meer cn meer productief werk wordt verricht, zou Spreker gaarne
zien - en hij wensoht daartoe het voorstel te doen - dat deze com
missie genoemd wordt Commissie Werkverruiming en Steunverleening
inplaats van Commissie Werkverschaffing en Steunverleening.
Wethouder Endendijk raadt den heer Busch aan dit voorstel te
rug te nemen. Het komt hem gewenscht voor dat een voorstel van de
zijde der commissie komt, nadat daarover de noodige besprekingen
door dio commissie gevoerd zijn.
De Voorzitter wijst daarna de heeren de Bruijn en Pronk tot
stemopnemers aan.
Overgaande tot stemming worden de leden der Commissie Heide-
en Zandgronden met algemeenc stemmen benoemd. Deze Commissie be
staat dus uit do hoeren A,EndendijkvoorzitterG.Hilhorst Azn.en
G.Pronk, leden.
Dc heer Busch betoogt hierna de wenschelijkheid om den heer
do Bruijn toe te voegen als lid aan de Commissie voor Openbare
Werken
De Voorzitter kan zich daarmede vereenigen.
De Commissie voor penbare Werken wordt met algemeenc stemmen
als volgt samengesteld: A.J.C.hoendersvoorzitter, V.P.H.Busch,
W.H.C.Doorman, G.Hilhorst Azn. en D.A.de Bruijn, leden.
Vervolgens wordt de Commissie Uitbreidingsplan met algemeene
stemmen samengesteld als volgt: A.J.C.hoendersvoorzitter, P.van
den Breemer, W.H.C.Doorman en G.JGrootewalleden.
De heer de Bruijn zegt hierna ten opzichte van de Commissie
voor Belastingzaken, dat het hem wenschelijk voorkomt dat Mevr.
Landweer-de Visser ter benoeming wordt voorgedragen in de plaats
van den heer Hilhorst. Mevr. Landweer- de Visser zal, doordat
echtgenoot mot belastingzaken op de hoogte is,
deze Commissie goede diensten kunnen bewijzen.
De heer van Doorne acht hot wel gewenscht
zitting in deze commissie blijft houden, zulks
plaatselijke kennis.
De heer Busch merkt op
sproken wordt over redactie
plaats wel afstaan aan Mevr.
De heer Doorman wil er
gelijk principieelc kwesties
ook zeer zeker
haar
aan
dat de heer Hilhorst
in verband met diens
dat in deze commissie toch ook wel ge-
van verordeningen. Spreker wil zijn
Landweer.
op wijzen dat hot volgend jaar wel de
in deze oommissie aan
worden gesteld in verband met de uitvoering
zake de Pinancieele Verhouding.
de orde zullen
van de nieuwe Wet in-
De Voorzitter