8. "bare vergadering moest worden "besproken. Spreker acht het wel ge- wenscht dat ieder zijn hart oven kan uitstorten, maar kort.Spreker vindt het goed dat men tenslotte tot een algemeene samenvatting komt, doch hij acht die, door 33en W. voorgesteld, te zwak.Spreker wijst vervolgens op enkele uitdrukkingen in het voorstel van B.en die hem niet geheel juist, of raadselachtig voorkomen. Zoo wordt o.m. gewezen op de fundamenteele grondslagen van het "bedrijf. Deze zijn volgens Spreker vastgelegd in de verordening. De heer van Vliet is hiervoor niet aansprakelijk, daarentegen wel voor den eersten ophouw. Verder wordt in het voorstel gezegd, "onder erken ning van het niet onj-luiste "beleid inzake het commercieel-technisch deel gevoerd", doch na de toelichting van den Voorzitter, hapert hier toch ook nog wel iets aan. Is het noodig een algemeene con clusie te stellen, dan zou Spreker in plaats van de conclusie van B, en W. een andere conclusie willen stellen, n.l.deze De Raad spreekt als zijn oordeel uit dat de boekhouding van het Grondbedrijf onder de Directie van den heer van Vliet een toonbeeld is van hope- looze verwarring, hetgeen voor een zeer groot deel het gevolg is te achten van gemis aan boekhoudkundige kennis bij den heer van Vliet en eenigermate van diens karaktereigenschappendat verder enkele verzachtende omstandigheden zijn te vinden in het feit dat zijn admi nistratieve hulp vaak door ander werk werd in beslag genomen, en dat van geldelijke misbruiken nergens sprake is". De heer Hilhorst stelt voor het voorstel van B. en thans niet te behandelen, maar aan te houden tot een volgende vergadering, daar er te weinig tijd is geweest om de kwestie onder de oogen te zien. De heer Grootewal zegt dat hij naar aanleiding van de aanhangige zaak meent te kunnen cencludeeren dat de zaak commercieel-technisch niet in orde is. Spreker wil dan ook een scheiding tusschen het commercieele en technische deel. Hoewel de heer van Vliet met het technisch deel goed op de hoogte kan zijn, gelooft Spreker dat de commercieele eigenschappen van den heer van Vliet van nul en geener waarde zijn. De Voorzitter zegt dat reeds eenigen tijd geleden een splitsing is gemaakt tusschen het commercieele en technische deel van het Grondbedri j f De heer Grootewal zegt dat hij het in het algemeen heeft over het werk bij de afdeeling Openbare Werken. Daar is ook een scheiding tusschen het commercieele en technische deel noodzakelijk. De Voorzitter verzoekt den heer Grootewal zich te houden bij het punt van bespreking, n.1. het Grondbedrijf. De afdeeling Openbare V/erken kan later wel ter sprake komen. De heer Gasille betuigt zijn instemming met het voorstel van den heer Hilhorst. De Raad wordt thans overvallen met het voorstel van B. en \7, De conclusie van B. en W. vindt Spreker niet sympathiek. De heer van Klooster zegt dat de R.K.fractie voor uitstel is. De ernst van de zaak dient onder de oogen te worden gezien. De heer Busch zegt dat het hem genoegen doet dat de R.K.fractie voor uitstel is. Spreker wil de zaak ook maar niet zoo plotseling afdoen. B. en W. v/illen thans volgens hun voorstel rust, doch die rust zal eerst kunnen komen wanneer er verandering komt in de tegen woordige samenstelling van het College. Spreker kan geen vertrou wen stellen in dit college. Men dient de politiek uit te schakelen en inderdaad over de politiek heen de gemeenschap te dienen. Dit gebeurt thans niet. Deze drie heeren zullen nimmer rust brengen. Spreker wenscht een serieuze behandeling van het rapport, temeer daar al zooveel stof over deze zaak is opgewaaid. Men heeft van vele

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 52