16 December 1929257. De heer Doorman vraagt of geen bepaling kan worden opgeno men dat de mogelijkheid bestaat om de menschen te ontslaan als zij hun werk niet naar behooren verrichten. De Voorzitter verwijst naar aart.16 van het reglement. De heer Grootewal vraagt bij art.13 of het de bedoeling is dat, indien de werkverschaffing in den loop eener week moet wor den stopgezet, aan de arbeiders over de resteerende dagen dier week het volle loon zal worden uitgekeerd, en dat op den daarop volgenden Maandag de steunregeling in werking treedt. Wethouder Endendijk antwoordt bevestigend. De heer Doorman zegt vervolgens van oordeel te zijn dat art. 16 zoowel betrekking heeft op werkverschaffing als op werkvei"- ruiming, terwijl art.6 slechts ontslag regelt bij werkverruiming. Spreker vindt in deze artikelen een tegenstrijdigheid. Wethouder Endendijk wijst er op dat de betrokkenen ingeval van ontslag bij de werkverruiming overgaan naar de werkverschaf fing, waarop de heer Doorman vervolgens opmerkt dat in art. 6 dus niet wordt bedoeld ontslag als straf.Spreker stelt daarom voor in art.6 achter het woord "werkverruiming" te voegen de woor den "anders dan bij wijze van straf". Aldus wordt besloten. Wethouder Endendijk wijst er nog op dat bij verschillende personen twijfel schijnt te bestaan of de uitkeering over de wachtdagen al dan niet verstrekt zal worden aan personen, die niet bij de werkverschaffing zijn geplaatst. Spreker wil even ter voorkoming van misverstand vastleggen, dat aan degenen, die niet bij de werkverschaffing zijn, geen uitkeering over de wachtdagen, noch toeslag op de uitkeeringen zal worden verstrekt, Ket reglement wordt hierna zonder hoofdelijke stemming vast gesteld De heer Busch wenscht ten slotte nog een en ander te zeggen. Spreker zegt, dat de regeling zijn goedkeuring kan wegdragen,al- hoewaLniet alle wenschen zijn vervuld. Het verheugt hem dat daarin een tendenz is neergelegd, welke de arbeiders en de organisaties tevreden moet stellen. Spreker is dan ook dankbaar voor de ver kregen resultaten. Onder leiding van Wethouder Endendijk is een reglement tpt- stand gekomen, waarbij rekening is gehouden met de arbeiders. Spreker, dia vervolgens nog wijst op de prettige sa menwerking in de commissie, is hoogst dankbaar dat men in die commissie en in het college van B. en W. van meening is dat men de arbeiders moet tegemoetkomen. Daarmede moeten ook de arbeiders en de organisaties rekening houden; zij moeten thans toonen dat zij waardig blijken dat die bepalingen tot stand gekomen zijn. Zij. dienen inderdaad werk voor het geld te leveren; er loopen he laas nog te veel arbeiders rond die meenen in de gemeente ruif te moeten graaien. De organisaties moeten dan ook kijken naar de kwaliteit van de leden. In de toekomst zal dan met hunne redelijke- eisohen nog meer rekening gehouden kunnen worden. Spreker her haalt nog eens dat hij zeer tevreden is over de zeer prettige wijze van samenwerking in de commissie, 226.0NDEx-f,/IJS. (le afdno.192). Benoeming van leden der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs wegens periodieke aftreding. Burgemeester en Wethouders bieden voor elke te vervullen plaats de navolgende aanbeveling van twee personen aan: Vacature I W.van der Leek- E.H.B.Kraal, als ouder van een leerling van een openbare school in deze gemeente; Vacature II.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 550