18 December 1929286,
dant, die tenslotte verantwoordclijie voor den gang van zaleen is,
moet steeds medehelpen om het materieel goed in orde te hebben.
De plicht voor goed onderhoud rust op den magazijnmeester, die
nog in het verrichten van zijn taak terzijde wordt gestaan door
een gemeentebeambte, doch het onderhoud is zoodanig dat da Comman
dant de verantwoordelijkheid niet kan dragen. De commandant, die
zijn taak op loffelijke wijze verricht, heeft zooveel verantv/oor-
delijkheidsgevoeldat hij geheel vrijwillig en zonder één cent
vergoeding het materieel nagaat als er iets niet in orde is. Deze
commandant, die veel tact bezit om met de leden om te gaan, is
niet alleen comimndant, maar hij is ook voortdurend aanwezig bij,
het onderhoud van het materieel. Alle leden der vereeniging kun
nen dit onderschrijven. De comns-ndant heeft veel inkomsten van
zijn zaak moeten derven, want het is al meermalen voorgekomen dat
de menschen inkoop wilden doen op een oogenblik dat hij bij de
brandYj-eercentrale was, zoodat ze tengevolge daarvan bij een ander
kochten,'Wanneer deze Commandant niet langer als zoodanig weklc-
zaam kan zijn, zal men moeilijk een opvolger kunnen vinden, die
in alle opzichten net zoo geschikt kan worden geacht. Het ge
volg zou dan wel eens kunnen zijn, dat de gemeente moest over
gaan tot invoering van een betaalde brandweer. De gemeente zou
een strop hebben., en men kwam weer voor het feit te staan dat elk
oogenblik brand zou uitbreken, zocals vroeger. Spreker, die een
oplossing omtrent deze zaak wenscht, kan daarom niet accoord gaan
met het antwoord van B, en W» op het afdeelingsverslag. Spreker
wenscht een principieele beslissing. Hij stelt n.1, voor den Com
mandant zoo spoedig mogelijk te benoemen tot magazijnmeester bij
Openbare Werken, en hem voorts te belasten met het onderhoud van
alle auto's tegen een salaris van f 30.- per week, vermeerdert
met het bedrag ad f 500,- per jaar voor onderhoud der brandblusch-
middelen. Hem ware dan de woning van J.Vos als ambtswoning toe te
wijzen, terwijl men dan het voordeel heeft dat steeds iemand op
de werf aanwezig is, die de voorraden enz, kan controleeren, en
zoonoodig ban uitrijden met de ziekenauto enz. Spreker, die voor
ziening in den thans bestaancien toestand wenscht, stelt voor niet
in te gaan op hetgeen B» en W. voorstellen in hun antwoord. De
thans bestaande toestand dient niet bestendigd te worden.
De heer Grootewal meent te weten dat er tusschen den Comman
dant en den heer Uytendaal eenig verschil van meening bestaat.
Spreker, die een en ander niet kan beoordeelen, vraagt of de
Brandraad omtrent dit voorstel gehoord is. Spreker vindt het be
ter om eerst den Brandraad te hooren. Spreker vraagt zich verder
af of de betrokkene ook brandweercommandant zou kunnen blijven,
indien hij benoemd werd voor de door den heer van Doorne genoemde
functies
De heer Busch kan zich vareenigen met het door den heer Groo-
tewal gezegde Spreker moet waarschuwen tegen een overijlde stap,
daarbijaannemende dat Uytendaal niet voldoet. Ook bij de vorige
begrooting is reeds op een en ander gewezen. Waar er echter ver-
factoren zijn, waarmede rekening moet' worden gehouden,
stelt Spreker voor oeze zaak in handen te stellen van de commissie
voor Openbare Werken, die dan een onderzoek kan instellen en met
een concreet voorstel kan komen. Spreker, die het jammerlijk
vindt als er één uitgeduwd moet voorden en een ander er in geduwd
moet worden, zegt dat dergelijke gevallen steeds aanleiding geven
tot onaangenaamheden. Spreker, die zeer wel wil aannemen dat
Groart een geschikt man is, wenscht geen overijld besluit te nemen
Deze zaak dient in vollen omvang onderzocht te worden bij de Com
missie